Democratie of Ongelijkheid

Zojuist las ik een uitspraak van Louis Brandeis en werd pijnlijk geraakt door de relevantie ervan ruim een eeuw later!

“We can have democracy in this country, or we can have great wealth concentrated in the hands of a few, but we can’t have both.”
Louis D. Brandeis, voormalig rechter van het Amerikaanse Hooggerechtshof

De uitspraak van Louis Brandeis uit het begin van de 20e eeuw klinkt vandaag de dag onheilspellend actueel. Terwijl wereldwijde ongelijkheid groeit en economische macht zich concentreert bij een kleine elite, rijst de vraag of democratie nog werkelijk functioneert zoals bedoeld.

Brandeis’ context: geld en macht in Amerika

Brandeis sprak deze woorden in een tijd van industriële monopolies, economische revolutie en sociale onrust. Zijn zorgen waren gericht op de groeiende macht van industriëlen, die via kapitaal ook invloed kregen op de media, politiek en rechtspraak. Hij vreesde dat economische concentratie niet slechts een sociaal probleem was, maar een fundamentele bedreiging vormde voor het democratisch proces zelf.

Vandaag: groeiende kloof tussen rijk en arm

In onze tijd zijn die zorgen alleen maar groter en urgenter geworden. Volgens rapporten van Oxfam Novib en de Wereldbank is een schokkend groot deel van het mondiale vermogen in handen van minder dan 1% van de wereldbevolking. Grote technologiebedrijven en financiële instellingen hebben niet alleen economische macht, maar ook aanzienlijke invloed op regelgeving, privacy, publieke opinie en zelfs verkiezingen. Denk aan de rol van sociale media in politieke campagnes of aan belastingwetgeving die multinationals bevoordeelt. Dit is momenteel allemaal actueel, zeker in de Verenigde Staten, waar een miljardair half Venetië afhuurt om 3 dagen lang zijn bruiloft te vieren!

De Amerikaanse rijkdom bij Trump’s 2e inauguratie (Musk (Tesla), Bezos (Amazon), Zuckerberg (Meta), Pichai (Google) en Cook (Apple))

Wanneer rijkdom democratie ondermijnt

Geld op zichzelf is geen bedreiging voor democratie, maar wanneer het onevenredige invloed koopt op besluitvorming, verliest het volk zijn stem. Voorbeelden:

  • Lobbyisme bepaalt vaak de wetgeving meer dan de volksvertegenwoordiging.
  • Belangenverstrengeling tussen politici en grote bedrijven verzwakt het vertrouwen in instellingen.
  • Media-eigendom is sterk geconcentreerd, waardoor publieke informatie beïnvloedbaar wordt en tot uitwassen als ‘fake-news’ leidt.

In zo’n klimaat verschuift democratie van een systeem van vertegenwoordiging naar een systeem van invloed: wie het meest betaalt, heeft de grootste stem, ofwel: wie betaalt, bepaalt.

Gevolgen: polarisatie en populisme

Een samenleving die structurele ongelijkheid toestaat, ondermijnt haar eigen cohesie. Ongelijkheid voedt gevoelens van onmacht, frustratie en wantrouwen in het politieke systeem. Dat creëert een vruchtbare bodem voor populisme, complot-denken en extremisme. Democratie kan alleen gedijen als burgers zich gehoord en vertegenwoordigd voelen — niet wanneer zij zich een pion voelen in het spel van elites.

Kunnen we de democratie nog redden?

Er zijn signalen die wat hoop geven: discussies over basisinkomen, herverdeling, belastingen op vermogen en regulering van tech-reuzen winnen (in Europa) wat terrein. Burgers eisen meer transparantie, eerlijkere economische kansen en herstel van vertrouwen in de publieke sector.
Het vertrouwen dat de Nederlandse politici dit voor elkaar zullen krijgen is door de meest recente ontwikkelingen (in Nedertland en de Verenigde Staten) nagenoeg verdwenen.

De dames en heren in het Nederlandse Parlement staan derhalve voor een immense uitdaging.
Het vergt immers veel politieke moed en overeenstemming om de privileges van machtige minderheden in te perken in naam van de meerderheid. Zeker als er gedreigd wordt met negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid en de economie.
Ook de gedachte aan de verkiezingen in oktober helpt niet bij het nemen van impopulaire maatregelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *