De relatie tussen de islamitische en christelijke culturen is eeuwenoud, complex en gelaagd. In onze tijd staan deze culturen opnieuw op scherp, niet zozeer door oorlogen zoals in het verleden, maar door migratie, culturele onzekerheden en maatschappelijke veranderingen. In Nederland zijn de gevolgen hiervan duidelijk zichtbaar: in het publieke debat, in de politiek en in het dagelijks leven van miljoenen mensen.
Oorsprong
De Clash of Civilizations is de theorie van de Amerikaanse politicoloog Samuel Huntington1 die zegt dat de culturele en religieuze identiteit van mensen de belangrijkste bron van conflicten wordt in de periode na de Koude Oorlog.

De theorie werd voor het eerst geformuleerd in 1993 in een artikel in Foreign Affairs, getiteld The Clash of Civilizations?, als reactie op Francis Fukuyama’s boek uit 1992: Het einde van de geschiedenis en de laatste mens. Huntington breidde later zijn these uit en gaf deze in 1996 als een boek uit: The Clash of Civilizations and the Remaking of World Order. De term zelf werd voor het eerst gebruikt door Bernard Lewis in een artikel in de uitgave van The Atlantic Monthly van september 1990. Dat artikel was getiteld: The Roots of Muslim Rage.
De stellingname van Huntington
Huntington stelt dat de tendensen naar een wereldwijd conflict na de Koude Oorlog steeds meer samenvallen met de grenzen tussen deze verschillende culturen; oorlogen zoals die waarmee de verdeling van Joegoslavië gepaard ging, die in Tsjetsjenië en die tussen Pakistan en India werden al aangevoerd als bewijs van intercultureel conflict, doch de strijd tegen terrorisme (Engels: ‘War on Terror(ism)’) wordt beschouwd als de grootste praktische manifestatie van de botsende beschavingen.
Controversieel
Misschien wel de meest controversiële bewering die Huntington in de mond genomen heeft in het artikel in Foreign Affairs was dat “de islam bloedige grenzen heeft”. Huntington meent dat dit een direct gevolg is van verscheidene factoren, zoals de reeds genoemde bevolkingsexplosie in moslimlanden en de nabijheid van de islamitische beschaving tot vele andere: de Oost-Aziatische, orthodoxe, westerse en Afrikaanse.
Huntington zegt ook dat conflicten tussen beschavingen voornamelijk gangbaar zijn tussen moslims en niet-moslims en verklaart zo de ‘bloedige grenzen’ tussen de moslimbeschaving en andere beschavingen. Hij meent dat de huidige globale strijd tegen het terrorisme tussen voornamelijk het Westen en de islam geen gevolg is van enkele uitzinnige radicalen in beide kampen, maar eerder een 21e-eeuwse vervolg van de langlopende geschiedenis van het conflict tussen de twee beschavingen weergeeft. Dat conflict dateert al uit de eerste invasie van de islam in Europa vanaf de 8e eeuw, zijn uiteindelijke terugdringing tijdens de Spaanse Reconquista, de aanvallen door de Ottomanen op de Balkan, tot in Hongarije en Oostenrijk toe, en de koloniale en post-koloniale verdeling van de moslimlanden door de Europeanen in de 19de en 20ste eeuw. Hij gelooft dat sommige van de factoren die bijdragen tot dit conflict zijn dat zowel het christendom als de islam de volgende kenmerken gemeen hebben, namelijk:
- het zijn missionerende religies;
- het zijn universele, ‘alles-of-niets-religies’, in de zin dat zij pretenderen de enige juiste religie te zijn;
- ze hebben een lineaire visie op de geschiedenis, die uitloopt op een Laatste Oordeel, en dat alleen hun waarden en geloofspunten de zin van het bestaan vertegenwoordigen.
Recentere factoren die bijdragen tot een confrontatie tussen het Westen en de islam zijn de ‘Islamitische Heropleving’ en de bevolkingsexplosie in moslimgebieden. “Al deze historische en recente factoren tezamen”, schreef Huntington in zijn artikel in Foreign Affairs en in zijn boek van 1996, “zouden leiden tot een bloedig conflict tussen de moslimwereld en het Westen.”
Voorspeld?
Na de aanslagen van 11 september 2001 wordt Huntington meer en meer beschouwd alsof hij
- de oorlog in Afghanistan,
- de bomaanslagen op Bali op 12 oktober 2002,
- de Irakoorlog in 2003,
- de crisis in verband met de cartoons over Mohammed in Jyllands-Posten van 2005,
- de terroristische aanslagen in Londen van 7 juli 2005,
- het voortdurende conflict over het atoomprogramma van Iran en
- de Israëlisch-Libanese oorlog van 2006,
voorspeld heeft. Deze gebeurtenissen zetten de indruk dat Huntingtons botsing wel degelijk staat te gebeuren kracht bij. Zelfs Osama bin Laden, de leider van al-Qaeda, verklaarde in een interview in oktober 2001 dat de aanslagen (van 9/11) het begin waren van een ‘clash of civilizations’ tussen de Islamitische gemeenschap en het Westen.

Maar dan in Nederland als kruispunt van identiteit en diversiteit
Nederland is sinds de jaren zestig een migratieland geworden. Met name de komst van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders en later hun gezinnen heeft de Nederlandse samenleving structureel veranderd. In de jaren 80 en 90 werden hun religieuze en culturele praktijken nog grotendeels als privézaak beschouwd, maar vanaf 9/11 en de moord op Theo van Gogh in 2004 werd de aanwezigheid van de islam in Nederland onderwerp van intensief maatschappelijk en politiek debat.
“De multiculturele samenleving is mislukt,” verklaarde toenmalig premier Jan Peter Balkenende in 2004 — een uitspraak die de toon zette voor een nieuw tijdperk van integratiebeleid, cultuurkritiek en identiteitsstrijd.
Spanning en solidariteit in de samenleving
Conflicten rondom religieuze expressie (zoals het dragen van hoofddoeken, de bouw van moskeeën of islamitisch onderwijs) hebben geleid tot spanningen in de publieke ruimte. Denk aan de felle debatten over boerkaverbod, vrijheid van meningsuiting, en homorechten versus religieuze vrijheid.
Politieke partijen als de PVV van Geert Wilders en Forum voor Democratie profileren zich nadrukkelijk met kritiek op de islam.
“We moeten niet alleen tolereren, maar ook begrijpen.”
— Ahmed Aboutaleb, voormalig burgemeester van Rotterdam, pleit regelmatig voor wederzijds respect als fundament van de samenleving.
Jongeren tussen twee werelden
Veel jonge Nederlanders met een islamitische achtergrond bevinden zich tussen twee culturele referentiekaders. Sommigen ervaren spanning tussen de normen van hun ouders en de vrijheden van de Nederlandse samenleving, maar velen bouwen ook bruggen. Kunstenaars als Nasrdin Dchar, schrijvers zoals Lale Gül, en denkers zoals Mounir Samuel geven stem aan deze dubbele identiteit, soms met confrontatie, vaak met nuance.
“Ik ben 100% Nederlander en 100% moslim.”
— Nasrdin Dchar, acteur, tijdens zijn toespraak bij het winnen van het Gouden Kalf (2011)
Deze generatie toont aan dat culturele botsingen niet altijd destructief hoeven te zijn — ze kunnen ook leiden tot innovatie, vernieuwing en verrijking.

Media, misverstanden en machtsverhoudingen
De rol van media is cruciaal. De manier waarop incidenten worden uitgelicht of uitvergroot kan de beeldvorming sterk beïnvloeden. Soms worden hele groepen gestigmatiseerd op basis van extremistische uitingen van enkelen. Dit versterkt het gevoel van vervreemding en sociale uitsluiting. Tegelijkertijd vinden via sociale media ook nieuwe vormen van dialoog plaats, waarin jongeren uit verschillende achtergronden elkaar ontmoeten en meningen uitwisselen.
Een relevant voorbeeld is de nasleep van de aanslagen in Parijs (2015) en de daaropvolgende toename van islamofobie in Nederland. Maar ook de reacties op het vluchtelingenvraagstuk lieten zien hoe de samenleving zich verdeelt tussen angst en compassie.
De uitdaging van gedeeld burgerschap
De centrale vraag blijft: hoe kunnen we als samenleving ruimte bieden aan culturele en religieuze diversiteit, zonder de gedeelde waarden van democratie en vrijheid op te geven?
“De essentie van de democratie is dat mensen met verschillende overtuigingen, religies en culturen samenleven op basis van respect.”
— Herman van Gunsteren, rechtsfilosoof
Het antwoord ligt vermoedelijk in een combinatie van erkenning en verwachting: erkenning van de veelvormigheid van de samenleving, én het verwachten van gedeelde verantwoordelijkheden en grenzen. Geen absolute tolerantie zonder kritiek, maar ook geen eenzijdige assimilatie zonder dialoog.
Nederland is geen slagveld, maar een laboratorium: een plek waar verschillende culturen elkaar ontmoeten, soms schuren, maar ook samenleven. De botsing tussen islam en christendom is in de praktijk vaak een botsing van beelden, meer dan van mensen. De echte uitdaging is niet om conflicten volledig te vermijden, maar om ze constructief te leren hanteren — en daarin heeft Nederland, met zijn geschiedenis van polderen, misschien wel een bijzondere roeping.
1 Samuel Phillips Huntington (1927–2008) was een Amerikaans politicoloog. Hij was hoogleraar aan Harvard University en verwierf bredere bekendheid door zijn proefschrift Clash of civilizations.