De list met het Turfschip

Breda, mijn geboortestad, is vooral bekend door de list met het Turfschip (a la het Trojaanse Paard) tijdens de Spaanse belegering. Met die list kon op 4 maart 1590 Breda ingenomen worden door de troepen van prins Maurits. En dit was een voor de prins een historische overwinning op de Spanjaarden tijdens de Tachtigjarige Oorlog.

In 1568 begon de Tachtigjarige Oorlog toen de Nederlanden in opstand kwamen tegen het bewind van de Spaanse Hertog van Alva.
In 1577 werd het Eeuwig Edict gesloten tussen de Nederlanders en de Spanjaarden. Dit leidde tot een tijdelijke wapenstilstand en er werd tevens besloten dat de Spaanse legers zich uit Nederland moesten terugtrekken.
Zeven Nederlandse gewesten scheidden zich uiteindelijk met de Acte van Verlatinghe, die volgde op de Unie van Utrecht, op 26 juli 1581 officieel af van de Spaanse kroon. Dit zijn de provincies die zes jaar later, in 1587, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden zouden vormen.
De Zuidelijke Nederlanden sloten zich niet aan bij deze onafhankelijkheidsverklaring. Als reactie op die opstand startte het Spaanse leger een offensief.

Herovering Breda

Al op 13 september 1579 had Breda zich aangesloten bij de Unie van Utrecht, maar het probleem was dat de katholiek gebleven buurstad ´s-Hertogenbosch dat niet had gedaan. Daardoor was er de angst dat Breda via deze verbindingsstad door de Spanjaarden kon worden aangevallen. En dat gebeurde ook.
Aan het begin van 1581 kwamen de Spanjaarden steeds dichter bij Breda. Door middel van verraad konden de Spanjaarden de stad uiteindelijk ook binnenvallen.
In de toren van Breda zat een aanhanger van de Spaanse koning gevangen, Karel van Gaveren, en hij kocht een Waalse soldaat om die in de plek van zijn collega´s op de wacht zou staan en hij had tevens beloofd de bezetting dronken te voeren.

De Spanjaarden heroverden op brute wijze Breda in de nacht van 26 op 27 juli 1581. De Spaanse troepen onder leiding van de generaals Claudius van Berlaymont, de Heer van Haultepenne en Maarten Schenk van Nydeggen plunderden de stad, verkrachtten de vrouwen en vermoordden de kinderen en de geestelijken. In totaal vielen er 584 doden.
De Bredase burgerij, onder leiding van burgemeester Godevaert Montens, deden er alles aan om de stad niet in Spaanse handen te laten vallen, maar tevergeefs. Het Spaanse leger was te sterk en moest Breda zich overgeven. De herovering wordt ook wel de Furie van Haultepenne genoemd. Door de herovering van Breda kwam noordelijk Brabant in de handen van de Spanjaarden en werd het voor hen makkelijker om in 1584 en 1585 ook Antwerpen in te nemen.

De list met Turfschip van Breda

Na de moord op Willem van Oranje in 1584 kreeg de achttienjarige Prins Maurits de leiding over de Nederlandse troepen. Hij wilde graag Breda heroveren om zich te bewijzen als opperbevelhebber, maar zijn leger was te zwak om Breda te heroveren. In 1590 kreeg Maurits echter hulp uit onverwachte hoek. Schipper Adriaen van Bergen uit Leur vervoerde vaak turf naar het kasteel van Breda. In dit kasteel zaten de Spaanse soldaten gestationeerd en omdat hij er regelmatig kwam, werd zijn schip niet meer gecontroleerd.
Er wordt in meerdere publicaties verondersteld dat Van Bergen de bedenker van de list is, maar helemaal zeker is dit niet. Wat we wel weten is dat soldaten van Prins Maurits zich in zijn schip verstopten en dat het plan was om de mannen op deze manier bij het kasteel naar binnen te smokkelen, als een soort Paard van Troje. 
Prins Maurits zag het idee wel zitten en schakelde Johan van Oldenbarneveldt in om de uitvoering van het plan te regelen. Charles de Héraugière werd door Van Oldenbarneveldt aangesteld als bevelhebber.

De uitvoering van de list

Op 25 februari 1590 manoeuvreerden 75 soldaten zich samen met bevelhebber De Héraugière in een krappe schuilplaats onder het dek van het turfschip. Maar de operatie verliep meteen vanaf het begin niet helemaal zoals gepland. Schipper Van Bergen kwam een half uur te laat aanzetten, waarschijnlijk omdat hij te veel gedronken had. Daarbij kwam dat er door ijsschotsen in het water niet meteen vertrokken kon worden. Het schip vertrok uiteindelijk op 3 maart vanuit Zevenbergen en kwam zonder veel problemen aan bij de haven van Breda. En in Breda waren ze maar wat blij met het turf in de koude winter.

Nadat het schip na een botsing nog bijna zonk door een lek, gaf commandant Charles de Héraugière het bevel om uit de schuilplek te komen en aan te vallen. De Spanjaarden werden totaal overrompeld toen de manschappen uit het schip kwamen. De schildwachten werden uitgeschakeld of verjaagd en even later werden de poorten van de stad geopend en was Breda was weer in handen van de Nassau’s.

Er heerst wel wat onduidelijkheid over het precieze verloop van de aanval. Het gerucht gaat dat het kasteel op het moment van de inname zo goed als leeg was, omdat de Spanjaarden carnaval vierden in de stad.
Volgens andere verhalen waren de Spaanse soldaten echter met zes keer zoveel als de Hollandse troepen, maar moesten ze Breda door de verrassingsaanval toch aan de troepen van De Héraugière afstaan. 

Het Beleg van Breda

Hoe slim de list met het turfschip ook was, de strijd om Breda bleek nog lang niet gestreden. In Het Beleg van Breda (1624-1625) werd de stad weer heroverd door Spanje en werd het turfschip direct verbrand door de Spanjaarden.

Breda zou tot 1637 in Spaanse handen blijven.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *