De razende reporter Kuifje met zijn hond Bobby en (later) zijn vriend kapitein Haddock hebben indertijd, als 8 of 9 jarige, mijn wereldbeeld gevormd.
Net als bij Linda en Meryl heb ik Wikipedia als raamwerk gebruikt en er persoonlijke noten aan toegevoegd.
Eerst als strip
“De avonturen van Kuifje” door Georges Remie, ofwel Hergé (1907-1983), startte als strip in 1929 in Le Petit Vingtième, de jongerenbijlage van de rooms-katholieke krant Le Vingtième Siècle. De titel van die strip was: “Kuifje in het land van de Sovjets“. Het eerste, Franstalige (“Les Aventures de Tintin, reporter du Petit “Vingtième””), album verscheen in 1930.
Een Nederlandstalige versie van Tintin verscheen in 1940 in een proefnummer van het jeugdblad De Bengel. Het eerste volledige verhaal in het Nederlands – Tintin in Congo – startte in september van dat jaar in de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws. In oktober 1943 werd Tintin voor het Nederlandse publiek omgedoopt tot Kuifje – midden in het verhaal De geheimzinnige Ster.
In bijna 100 jaar heeft Kuifje definitief een plaats verworven tussen de groten van de internationale literatuur. In 1999 kenden de lezers van Le Monde het album De blauwe lotus de achttiende plaats toe op de lijst van boeken die bepalend zijn geweest voor de twintigste eeuw. Kuifje bevond zich met Aldous Huxley, Solzjenitsin en Anne Frank in goed gezelschap.
De Kuifje-albums blijven in de hele wereld bestsellers: sinds 1929 zijn er al meer dan 250 miljoen exemplaren verkocht in 110 talen. In Frankrijk heeft een op de twee gezinnen minstens één Kuifje-album in huis.
Kuifje, de albums
Nr. | Originele Nederlandse titel | Eerste druk |
1 | Kuifje in het land van de Sovjets | 1930 |
2 | Kuifje in Congo (vanaf 1954 Kuifje in Afrika) | 1931 |
3 | Kuifje in Amerika | 1932 |
4 | De sigaren van de farao | 1934 |
5 | De Blauwe Lotus | 1936 |
6 | Het gebroken oor | 1937 |
7 | De Zwarte Rotsen | 1938 |
8 | De scepter van Ottokar | 1939 |
9 | De krab met de gulden scharen | 1941 |
10 | De geheimzinnige ster | 1942 |
11 | Het geheim van de Eenhoorn | 1943 |
12 | De schat van Scharlaken Rackham | 1944 |
13 | De 7 kristallen bollen | 1948 |
14 | De zonnetempel | 1949 |
15 | Kuifje en het Zwarte Goud | 1950 |
16 | Raket naar de maan | 1953 |
17 | Mannen op de maan | 1954 |
18 | De zaak Zonnebloem | 1956 |
19 | Cokes in voorraad | 1958 |
20 | Kuifje in Tibet | 1960 |
21 | De juwelen van Bianca Castafiore | 1963 |
22 | Vlucht 714 | 1968 |
23 | Kuifje en de Picaro’s | 1976 |
24 | Kuifje en de Alfa-kunst | 1986 |
De Alfa-kunst
Tijdens de voorbereidingen van het vierentwintigste Kuifje-album (Kuifje en de Alfa-kunst) overleed Hergé. Van dit verhaal – over de handel in kunstvervalsingen en een mysterieuze sekte – bleven ruwe schetsen, een onaf scenario en enkele pagina’s over. Hiervan verscheen in 1986 een facsimile-uitgave. Verschillende tekenaars hebben het album alsnog voltooid en uitgegeven.
In 1988 verscheen een anonieme editie. Bekender is de versie (1995) van de Canadese tekenaar Yves Rodier. Van zijn interpretatie bestaan verschillende edities; alle pagina’s daarvan zijn te bekijken op internet. Met Studio Hergé heeft Rodier gesproken over een gezamenlijke officiële versie van het album. Omdat Hergé’s weduwe geen toestemming wilde geven is het zover nooit gekomen.
Kuifje, de film
Het geheim van de eenhoorn
The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn (Nederlands: De avonturen van Kuifje: Het geheim van de eenhoorn) is een Amerikaanse animatiefilm geregisseerd door Steven Spielberg.
De film is gebaseerd op enkele albums en ging op 22 oktober 2011 in wereldpremière in Brussel. Het is een bewerking van De krab met de gulden scharen, Het geheim van de Eenhoorn en De schat van Scharlaken Rackham. Diverse verhaallijnen uit deze drie verhalen zijn samengevoegd tot een nieuw geheel met een deels eigen plot.
Spielberg en Hergé
In 1981 vergeleek een filmrecensent de film Raiders of the Lost Ark met de stripverhalen van Kuifje. Spielberg kende Kuifje niet en raakte geïnteresseerd in deze stripfiguur. De secretaresse van Spielberg kocht enkele Franstalige stripverhalen voor de regisseur, die de taal niet begreep maar wel meteen erg was gecharmeerd van de tekeningen. En ook het omgekeerde gebeurde: Hergé werd een liefhebber van Spielbergs films. In 1983 stond er een ontmoeting tussen Spielberg en Hergé op het programma. Spielberg was op dat moment bezig met de opnamen van Indiana Jones and the Temple of Doom. Maar Hergé overleed, waardoor de tekenaar en de regisseur elkaar nooit ontmoet hebben.
Spielberg nam in 1983, na de dood van Hergé, voor het eerst een optie op de rechten van Kuifje. In 2002 deed hij dat voor de tweede keer. Aanvankelijk zou Thomas Sangster de rol van Kuifje op zich nemen, maar na enkele productieperikelen stapte hij op en werd hij uiteindelijk vervangen door Jamie Bell.
Peter Jackson is producent van de film en zal de volgende film regisseren. Steven Spielberg neemt dan de job van producent over van Peter Jackson.
Performance capture-techniek
Hoewel het om een 3D-animatiefilm gaat, werd er tijdens de opnamen gebruik gemaakt van echte acteurs. Deze performance capture-techniek is een verbeterde methode van motion capture, die eerder al toegepast werd in films zoals Beowulf (2007) en Avatar (2009). Als resultaat krijgt men, voor het eerst in de geschiedenis van de animatiefilm, zeer realistische menselijke gelaatsuitdrukkingen en nog vlottere bewegingen van de anders karikaturale stripfiguren, zonder afbreuk te doen aan de oorspronkelijke tekeningen uit de gedrukte stripverhalen van Hergé. Bobbie werd volledig door een computer geanimeerd.