De meeste mensen hebben het wel eens meegemaakt: déjà vu, het beklijvende gevoel dat je iets eerder hebt meegemaakt. Het is Frans voor ‘al gezien’ en wordt al jaren onderzocht door wetenschappers, die nog geen volledige verklaring voor het fenomeen hebben kunnen geven, hoewel het naar verluidt door meer dan 70 procent van de mensen wordt ervaren.
Onderzoek heeft echter wel enkele aanwijzingen opgeleverd over de oorzaak van een déjà vu. Volgens een onderzoek uit 2003 van de Journal of Nervous and Mental Disease lijkt het in gelijke mate bij mannen en vrouwen en bij verschillende rassen voor te komen, maar déjà vu komt vaker voor bij mensen in de leeftijd van 15 tot 25 jaar.
Déjà vu en dopamine
Dat feit heeft sommige deskundigen ertoe gebracht te geloven dat déjà vu mogelijk verband houdt met neurotransmitters zoals dopamine, die in hogere concentraties voorkomen bij tieners en jongvolwassenen – een hypothese die aan kracht won nadat het merkwaardige geval van een gezonde 39-jarige man aan het licht kwam. De man – arts van beroep – vocht tegen de griep door amantadine en fenylpropanolamine te slikken, twee medicijnen waarvan bekend is dat ze de dopamineactiviteit in de hersenen verhogen. Binnen 24 uur nadat hij met de medicijnen was begonnen, meldde hij intense, terugkerende episoden van déjà vu.
Deze casestudy, gepubliceerd in 2001 in de Journal of Clinical Neuroscience, meldde dat zodra de arts stopte met het gebruik van de medicijnen, zijn déjà vu ook verdween.
Déjà vu en epilepsie
Een ander inzicht in de oorzaken van déjà vu komt uit onderzoek naar epilepsie. Er bestaat een sterk en consistent verband tussen déjà vu en de aanvallen die voorkomen bij mensen met epilepsie in de mediale temporaalkwab, een vorm van epilepsie die de hippocampus van de hersenen aantast.
De hippocampus speelt een sleutelrol bij het beheren van korte- en langetermijnherinneringen. Mensen met epilepsie in de mediale temporale kwab “ervaren voortdurend déjà vu bij het begin van hun aanvallen“, aldus een rapport uit 2012 in het medische tijdschrift Neuropsychologia.
Dit fenomeen heeft ertoe geleid dat sommige deskundigen hebben voorgesteld dat déjà vu, net als een epileptische aanval, het resultaat kan zijn van een neurale storing, waarbij neuronen in de hersenen willekeurig signalen doorgeven en ervoor zorgen dat gezonde mensen een vals gevoel van herinnerde vertrouwdheid ervaren.
Déjà vu en virtual reality
Omdat déjà vu zo’n vluchtige gebeurtenis is (de meeste gebeurtenissen duren niet langer dan een paar seconden) is het frustrerend moeilijk gebleken om het te bestuderen. Maar cognitief psycholoog Anne Cleary van de Colorado State University heeft een manier gevonden om een déjà vu op te wekken met behulp van virtual reality.
Cleary en haar collega’s creëerden 128 3D virtual reality-scènes van een stad die ze ‘Deja-ville‘ noemden met behulp van het spel ‘The Sims 2‘. De afbeeldingen werden gecombineerd, bijvoorbeeld met een binnenplaats met een potboom in het midden, gecombineerd met een soortgelijke museumgalerij met een standbeeld in het midden.
Toen vrijwilligers die Deja-ville verkenden de tweede kamer binnengingen, rapporteerden ze gevoelens van déjà vu, maar ze konden dat gevoel niet in verband brengen met de tijd die ze besteedden aan het verkennen van de eerste kamer. “Mensen hebben een groter gevoel van déjà vu als de scène een vergelijkbare lay-out heeft, maar ze kunnen zich de bron van die bekendheid niet herinneren“, vertelde Cleary aan het tijdschrift Smithsonian.
Déjà vu kan verband houden met een aantal andere verschijnselen die voor wetenschappers even uitdagend zijn om te verklaren:
- Jamais vu, of ‘nooit gezien‘, doet zich voor wanneer iemand iets bekends ervaart, zoals zijn eigen woonkamer, maar het gevoel heeft dat hij daar nog nooit eerder is geweest.
- Déjà entendu (‘al gehoord‘) doet zich voor wanneer iemand er zeker van is dat hij iets eerder heeft gehoord, zoals een fragment van een gesprek of een muzikale zin, maar zich de precieze tijd of plaats niet kan herinneren.