Als we een Romeinse geleerde uit de vijfde eeuw mogen geloven, raadpleegde keizer Trajanus het Jupiter orakel in Heliopolis (nu Baalbek).
Hij was op weg om strijd te leveren met de Parthen en wilde weten of hij Rome nog terug zou zien. De keizer was niet al te goedgelovig en wilde weleens weten of het orakel inderdaad zijn vertrouwen waard was. Hij zond zijn vraag in een verzegelde brief naar Heliopolis. Tot verbazing van alle priesters aldaar beval het orakel de keizerlijke gezant een stuk papyrus mee terug te geven waarop niets geschreven stond. Iedereen was verbaasd, behalve de keizer. Alleen hij wist, dat hij een brief zonder woorden had gestuurd. Het orakel had Trajanus‘ list doorzien en dus vertrouwde de keizer het orakel nu zijn échte prangende vraag toe: “Zal ik Rome terugzien als de strijd voorbij is?“.
Het antwoord was enigszins cryptisch, maar achteraf bleek dat – uiteraard – correct: niet de keizer zelf, maar slechts zijn as zou Rome terugzien.
Baal van de Bron = Baal-bek
Heliopolis is oud. Niet zó oud als verhalen en legenden vertellen:
- Kaïn zou hier gewoond hebben nadat hij zijn broer had vermoord,
- koning Nimrod bouwde hier zijn toren tot in de hemel en
- koning Salomo zou hier groots hebben gebouwd.
In ieder geval had Baalbek een vóór-Romeins verleden, waarvan archeologen nog maar heel weinig weten. Het lijkt aannemelijk, hoewel het sluitende bewijs nog niet geleverd is, dat in dit bronnenrijke gebied uiteindelijk de god Baal van de Bron de naam gaf aan de nederzetting, nl. Baal-bek.
Erfenis van Alexander de Grote
Vanaf de derde eeuw v Chr. hebben we wat beter zicht op de ontwikkeling van de stad in dit vruchtbare gebied. Amper had Alexander de Grote zijn wereldrijk veroverd, toen hij plotseling stierf. Zijn generaals begonnen een langdurig getouwtrek over Alexanders erfenis. Met name de Ptolemeïsche vorsten van Egypte en de koningen van het Syrische gebied streden om de vruchtbare Bekaa-vallei met de stad Heliopolis, zoals Baalbek toen genoemd werd.
Augustus
We mogen dan misschien nog niet veel weten over de vroegste geschiedenis van Heliopolis, maar toen de Romeinen eenmaal het heft in handen namen, brak voor Heliopolis een bloeitijd aan.
Augustus gaf veteranen uit het leger hier de mogelijkheid het laatste deel van hun leven door te brengen. Het was een vruchtbaar gebied; graan werd geëxporteerd en de lokale knoflook was zó smaakvol en sterk dat je er tranen van in je ogen kreeg!
Daarnaast lag de stad ook nog eens erg strategisch; handelswaar kwam aan in de haven van Tripoli en werd dan per karavaan verder getransporteerd via Damascus naar Palmyra
Zoals zo vaak hebben de Romeinen de lokale goden overgenomen en enigszins geromaniseerd. Jupiter kreeg een fantastisch onderkomen waar men ruim driehonderd jaar aan bouwde.
Nero
In de regeringsperiode van keizer Nero (54-68) waren de bouwers al bij het tempeldak aangekomen. 54 enorme granieten zuilen, bijna 20 meter hoog en met een diameter van 2 meter waren opgesteld (nu staan er nog 6 overeind). Sommige van die zuilen bestonden uit één stuk. Ook het tempelpodium was opgebouwd met enorme steenblokken. Drie in het bijzonder – ze worden de Drie Stenen (trilithon) genoemd – lijken bovenmenselijk groot. Het waren rechthoekige monolieten, waar wel 4 tempelzuilen in pasten! Vlakbij Baalbek is nu nog een antieke steengroeve te zien waar een nog groter blok steen werd uitgehakt, maar uiteindelijk nooit is vervoerd! Vitruvius beschreef in zijn handboek bouwkunde enkele werktuigen die voor dit zware werk werden gebruikt.
Jupiter tempel
Iedereen die Baalbek bezocht, was onder de indruk van de grootte van de bouwstenen en zuilen en van de overdaad van de versieringen. Zelfs tegenwoordig, terwijl de meeste zuilen niet meer overeind staan, behoren de Romeinse ruïnes van Baalbek tot de meest indrukwekkende van het Nabije Oosten.
Bacchus tempel?
Ten zuiden van de hoofdtempel van Jupiter werd een tweede, iets kleinere tempel gebouwd in de tweede eeuw. Nu is deze een van de best bewaarde Romeinse tempels ter wereld.
Ondanks oorlogen, plunderingen en aardbevingen die Baalbek in de loop der eeuwen hebben geteisterd staan veel zuilen nog steeds overeind. Overal is het steen prachtig voorzien van acanthusbladeren, palmetten, eierlijsten, bloemen, kleine figuurtjes; te veel om op te noemen.
Zelfs de majestueuze tempelingang is intact. De sleutelsteen van de bovendorpel lijkt van 13 meter hoogte neer te willen storten, maar gelukkig is de situatie tegenwoordig onder controle en heeft men de sleutelsteen gestabiliseerd. Jarenlang was het gevaar zo groot, dat men zelfs een pijler als steun onder de steen had gemetseld.
De tempel wordt de Bacchus-tempel genoemd, maar dat is een foute benaming en is afgeleid van figuurtjes op een van de tempelreliëfs die als Bacchus-volgelingen lijken te dansen.
Niets is met zekerheid bekend over de god of goden die hier vereerd werden; er zijn té weinig goede bronnen.