John Locke’s Tabula Rasa-theorie onderzoekt of we worden geboren als een onbeschreven blad, volledig gevormd door ervaring, of met aangeboren kennis. Op de site van The Collector verscheen een artikel van de filosofe Viktoriya Sus die een en ander toelicht. Ik maak daar in het onderstaande graag gebruik van.
De oorsprong van Tabula Rasa
Tabula Rasa betekent ‘onbeschreven blad’ in het Latijn. John Locke1 bedacht deze term in de 17e eeuw. Hij wilde het oude idee dat mensen bij hun geboorte al kennis hebben, ter discussie stellen.
Locke geloofde dat het menselijk brein niet vooraf is gevuld met informatie. Hij zei dat het als een leeg vel papier is. Naarmate we ouder worden, worden onze ervaringen en indrukken – dingen die we zien, horen, ruiken, proeven – daarop geschreven.

Maar Locke was niet de eerste die zo dacht. Aristoteles, de oude Griekse filosoof, had vele jaren eerder al een soortgelijk standpunt ingenomen. In een van zijn boeken, De Anima, noemde Aristoteles de geest een ‘ongeschreven tablet’. Hiermee bedoelde hij dat al onze kennis voortkomt uit wat we meemaken terwijl we opgroeien.
Dit verschilde sterk van wat zijn eigen leraar, Plato, geloofde. Plato stelde dat wanneer mensen worden geboren, hun geest al kennis bevat van nog voordat ze leefden. Dat komt omdat hun ziel vele vorige levens heeft doorgemaakt.
Bovendien kwam het idee dat de geest oorspronkelijk leeg is van geleerden uit de middeleeuwse islam, zoals Avicenna2. Deze denkers bestudeerden wat het betekent om een ziel te hebben en debatteerden over de vraag of we worden geboren met bepaalde kennis.
Locke bouwde voort op hun werk om Tabula Rasa te creëren, terwijl hij schreef over hoe mensen de wereld begrepen tijdens een belangrijke periode die de Verlichting3 wordt genoemd. Zijn gedachten hebben door de eeuwen heen de aandacht getrokken en zetten ons vandaag de dag aan het denken over hoe we leren op school – of waar dan ook.
Locke’s theorie over kennisverwerving
John Locke was een originele empirist die onze perceptie van het menselijk denken veranderde door te stellen dat alles voortkomt uit wat we ervaren. Hij geloofde dat onze geest bij onze geboorte als een leeg vel papier is. Alles wat we leren, komt voort uit dingen die we zien, horen, ruiken, voelen of proeven.
Deze manier van kijken naar kennis – empirisme genaamd – betekent dat onze zintuigen ons in staat stellen om de wereld om ons heen te begrijpen. Voor Locke was echter niet alleen belangrijk wat er via onze zintuigen in onze geest terechtkomt, maar ook hoe we daar vervolgens over nadenken.
Hij zei dat deze reflectie op twee manieren plaatsvindt: via sensatie en reflectie. Sensatie is wanneer we direct een ervaring hebben, zoals het voelen van de warmte van een vuur of het horen van muziek. Reflectie betekent in deze context niet dat je naar jezelf in de spiegel kijkt! Het gaat om verder nadenken. Waarom voel ik me bijvoorbeeld goed als de zon warm op mijn gezicht schijnt?
Nu zegt Locke niet dat waarneming alleen genoeg is voor kennis. Nadat we iets hebben waargenomen moeten we ons verstand gebruiken om deze waarnemingen te ordenen en met elkaar in verband te brengen, schrijft hij in zijn invloedrijke An essay concerning human understanding. We zien bijvoorbeeld ‘rood’ en ‘rond’, en we proeven ‘fris’ en ‘zoet’, maar we nemen niet direct waar dat deze waarnemingen veroorzaakt worden door hetzelfde object; al deze eigenschappen aan een appel toeschrijven doen we met ons verstand. Toch is de basis voor alle kennis de waarneming. Als we ons verstand gebruiken zonder dit in de waarneming te gronden, vormen we volgens Locke geen kennis, maar nonsens.
Waarneming is dus belangrijk, maar het verstand is onmisbaar om het ruwe materiaal van deze waarnemingen goed te gebruiken. Locke stelt dat het voor iedereen in principe mogelijk is om zijn verstand goed te leren gebruiken en tot ware kennis te komen. Daarin verschilt hij van mening met het grootste deel van zijn tijdgenoten, die dachten dat het zinloos was om als leek kennis na te streven over de wereld of over het goede leven; dat moest je maar overlaten aan een select groepje geleerden en ingewijden.
Locke was het niet eens met het innatisme, een idee dat werd ondersteund door denkers als Descartes. Innatiesten geloven dat sommige ideeën, bijvoorbeeld die over God of wiskunde, bij onze geboorte in ons zijn ingebouwd. Locke vond dit onzin. Hij zei dat zelfs complexe ideeën bestaan uit eenvoudige dingen die we zien en waar we over nadenken.
Neem bijvoorbeeld het concept ‘schoonheid’. Dit is niet iets wat we bij onze geboorte al weten. In plaats daarvan wordt het door onze geest samengesteld wanneer we nadenken over harmonieuze kleuren, vormen, enz.
De discussie over de vraag of complexe ideeën voortkomen uit ervaringen (empirisme) of al bij de geboorte aanwezig zijn (innatisme) woedt nog steeds. De gevolgen hiervan zijn te zien in de verschillende lesmethoden op scholen of in hoe we opgroeien.
Implicaties voor de menselijke natuur
Locke’s theorie van Tabula Rasa heeft verstrekkende gevolgen voor hoe we de menselijke natuur begrijpen, met name als het gaat om de ontwikkeling van onze moraal en ethiek. Als de geest bij de geboorte inderdaad een onbeschreven blad is, dan volgt daaruit dat moraliteit niet iets is waarmee we worden geboren. Het moet worden gevormd door onze ervaringen.
Voor Locke roept dit vragen op over of kinderen op zichzelf goed of slecht kunnen worden genoemd. In plaats daarvan zou hij stellen dat ze deze waarden, lessen en gedragingen uit hun omgeving verwerven.
Leert een kind bijvoorbeeld wat eerlijk is vanuit een aangeboren rechtvaardigheidsgevoel? Nee, dat ontwikkelt zich naarmate ze opgroeien door naar de mensen om hen heen te kijken – hetzelfde geldt voor empathie.
Dergelijke ideeën hebben directe gevolgen voor onderwijs en socialisatie als iemands geest begint als een leeg whiteboard. Het suggereert dat deze dingen mensen kunnen maken tot wie ze zijn (door ‘opgevoed’ te worden tot vriendelijkheid of intelligentie), wat grote gevolgen heeft voor bijvoorbeeld het onderwijs.
Aan de andere kant kan een schadelijke omgeving leiden tot ongewenste eigenschappen. Daarom benadrukt Locke hoe belangrijk de samenleving is bij het vormen van iemands overtuigingen en karakter – een visie die centraal staat in een van de oudste intellectuele discussies aller tijden: nature versus nurture.
Locke behoort hier duidelijk tot het kamp van de opvoeding. Hij gelooft dat wat ons maakt niet zozeer voortkomt uit onze genen, maar uit onze ervaringen met de omgeving waarin we toevallig zijn geboren – en zaken als onderwijs onderweg.
Kritiek op tabula rasa
Critici – vooral rationalisten en nativisten – hebben belangrijke bezwaren geuit tegen Lockes tabula rasa-theorie. Zij zeggen dat sommige kennis aangeboren moet zijn, en niet aangeleerd.
Onder hen waren filosofen zoals René Descartes. Zij geloofden dat de menselijke geest ingebouwde informatie bevat over wiskunde, logica en moraal die niet voortkomt uit ervaring.
Universele waarheden zoals “2 + 2 = 4” vallen in deze categorie: deze feiten maken deel uit van onze aard. We hoeven ze niet aangeleerd te krijgen. Als dit waar zou zijn, zou Lockes suggestie dat alles wat we weten voortkomt uit onze zintuigen, heroverwogen moeten worden.
De afgelopen jaren zijn er nog meer complicaties bijgekomen door onderzoek in de neurowetenschappen en de psychologie. Hoewel het duidelijk lijkt dat veel van wat we weten voortkomt uit ervaring, lijkt het er ook op dat er bepaalde dingen zijn (cognitieve vaardigheden) waarmee we worden geboren – of die zich al heel vroeg ontwikkelen.
Onderzoek naar hoe baby’s denken heeft aangetoond dat zelfs de jongste kinderen een elementair begrip hebben van moraal, getallen en natuurkunde – ideeën waarvan vaak wordt gedacht dat ze hun begrip te boven gaan. Dit suggereert dat er bepaalde dingen zijn die we niet hoeven te leren: ze komen van nature bij ons op.
Locke had echter goede antwoorden op dit soort vragen. Hij zei dat wat eruitzag als iets waarmee je geboren wordt, net zo goed veroorzaakt kan worden door ervaringen die je je niet kunt herinneren.
Hoewel onze geest bij de geboorte leeg is, blijft dat niet lang zo. Zodra baby’s dingen beginnen op te nemen via zintuigen zoals zicht of tast (waardoor ze dingen kunnen zien of voelen), kunnen er nieuwe gedachten worden gevormd op basis van alleen deze input – of op basis van gedachten die er al waren.
Tabula Rasa in het moderne denken
John Locke’s theorie van Tabula Rasa had een grote invloed op het denken van de Verlichting, met denkers als Jean-Jacques Rousseau en David Hume die in zijn voetsporen traden. Deze personen namen Lockes ideeën over het belang van ervaring, opvoeding en omgeving in de menselijke ontwikkeling over.
Rousseau betoogde bijvoorbeeld in zijn boek Émile, dat kinderen zo moeten worden opgevoed dat hun natuurlijke goedheid tot bloei kan komen – een concept dat Lockes geloof in de transformerende kracht van onderwijs weerspiegelt.
Tabula Rasa blijft ook vandaag de dag nog van invloed op het onderwijs. Het idee dat onze geest wordt gevormd door ervaring vindt zijn weerslag in alles, van de nadruk die Montessorischolen leggen op praktijkgericht leren tot bredere begrippen als ‘ervaringsgericht’ onderwijs zelf (wat simpelweg betekent: leren door te doen).
Binnen de psychologie en neurowetenschap in het bijzonder voedt de theorie van Locke nog steeds discussies over onderwerpen als nature versus nurture.
Hoewel de hedendaagse neurowetenschap genetische factoren erkent, benadrukt zij ook het cruciale belang van ervaring bij de vorming van de hersenen. Het begrip neuroplasticiteit – hoe de hersenen zich aanpassen op basis van ervaring – weerspiegelt Lockes idee van de flexibiliteit van de geest, waardoor zijn denken relevant blijft in het licht van nieuwe wetenschappelijke bevindingen.
Zijn we echt een onbeschreven blad?
Had John Locke gelijk toen hij zei dat we zonder kennis worden geboren en dat alles wat we leren voortkomt uit ervaring? Of is de waarheid ingewikkelder?
Vandaag de dag zegt de wetenschap dat Locke waarschijnlijk niet helemaal gelijk had. Uit recent onderzoek op het gebied van genetica en hersenwetenschap blijkt dat we niet blanco ter wereld komen. Het blijkt dat baby’s al bepaalde dingen weten.
Maar dat betekent niet dat de 17e-eeuwse filosoof helemaal ongelijk had. Om te begrijpen hoe mensen zich ontwikkelen, moeten we kijken naar zowel wat ze bij hun geboorte meekrijgen als hoe deze biologische aanleg in wisselwerking staat met verdere levenservaringen.
Hoewel genetische aanleg ons een basis kan geven – als een blauwdruk – zijn het onze ervaringen die bepalen wie we precies zijn. Een baby kan een natuurlijk talent voor muziek hebben, maar als hij nooit muziek hoort of niet oefent, blijft dat potentieel misschien sluimeren.
De ontwikkeling van de mens is een voortdurende onderhandeling tussen natuur (genen) en opvoeding (ervaring). Tabula Rasa blijft een krachtige metafoor, die ons eraan herinnert dat, hoewel we niet als een onbeschreven blad beginnen, wat er met ons gebeurt wel degelijk een enorme invloed heeft op ons levensverhaal.
1 John Locke (1632-1704) was een Engelse filosoof en politiek theoreticus, wiens werk de basis legde voor het moderne liberalisme, de politieke theorie en de economie. Hij staat algemeen bekend als de ‘vader van het liberalisme’ en wordt algemeen beschouwd als een van de meest invloedrijke denkers van de Verlichting. Lockes ideeën over ‘identiteit’ en ‘het zelf’ en het idee dat we worden geboren als een ‘onbeschreven blad’, hebben het werk van filosofen als Kant, Rousseau en Voltaire mede gevormd, terwijl zijn essays over religieuze tolerantie een vroeg model waren voor de scheiding van kerk en staat. De Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring werd beïnvloed door Lockes politieke ideeën over de regering en legde de basis voor de vrijheden die Amerikanen vandaag de dag genieten.
‘An Essay Concerning Human Understanding‘ is zijn baanbrekende onderzoek naar de oorsprong van menselijke kennis en begrip. Het werd voor het eerst gepubliceerd in 1690 en zette de agenda voor de moderne filosofie en beïnvloedde de psychologie en politieke theorie. Het behandelt Lockes pogingen om te ontdekken waar onze ideeën vandaan komen, wat het betekent om een idee te hebben en wat een idee eigenlijk is.
Hij bespreekt ook theorieën over vrije wil en persoonlijke identiteit, waarbij hij het begrip ‘tabula rasa’ (onbeschreven blad) schetst, dat vervolgens wordt gevuld door ervaringen in de wereld.
‘An Essay on Human Understanding’ wordt beschouwd als Lockes krachtigste en belangrijkste filosofische werk en is nog steeds actueel.
2 Ibn Sina of (in het Latijn) Avicenna (980–1037) was een medicus, geoloog, paleontoloog, natuurkundige, psycholoog, wiskundige, wetenschapper, filosoof en alchemist van Perzische afkomst. Hij leverde bijdragen op het gebied van de aristotelische filosofie en de geneeskunde en schreef naar schatting 100 à 250 verhandelingen, de meeste hiervan in het Arabisch. Zijn bekendste werk is de Canon van de geneeskunde (Al-Qanun fi al-Tibb), die uit meer dan een miljoen woorden bestaat en lange tijd ook in Europa een standaardwerk zou blijven. Zowel dat werk als zijn interpretatie van Aristoteles bleven in Europa tot in de 17de eeuw een aanzienlijke rol spelen.
3 De Verlichting was een Europese filosofische en culturele beweging waarin denkers en intellectuelen de rede als uitgangspunt voor hun kennis wilden nemen, in plaats van de opgelegde waarheden van kerken en koningen. De stroming was actief in en rondom de achttiende eeuw en wilde de mens ontdoen van bijgeloof en onredelijke angsten. Sapere aude, oftewel ‘durf te denken’, was het motto van de Verlichting.