René Magritte

Het wordt weer eens tijd om wat aan cultuur/kunst te doen, Ik heb een paar favorieten en wil ze één voor één in willekeurige volgorde belichten. Als eerste René Magritte.

René Magritte (1898-1967) in 1922

Biografie

René Magritte werd geboren op 21 november 1898 in Lessines, België. Zijn vader was kleermaker en textielhandelaar, en zijn moeder was modeontwerpster. Een belangrijke en traumatische gebeurtenis in Magrittes vroege leven was de zelfmoord van zijn moeder, die zichzelf verdronk toen Magritte 14 was. Deze tragedie raakte hem diep en er wordt vaak gespeculeerd dat deze zijn latere werken heeft beïnvloed, met name zijn terugkerende gebruik van gesluierde gezichten en figuren.

Studiejaren

Magritte studeerde van 1916 tot 1918 aan de Académie Royale des Beaux-Arts in Brussel. Hij vond de academische benadering echter niet inspirerend en raakte al snel aangetrokken tot avant-gardebewegingen.
Magritte werkte aanvankelijk als ontwerper van behang en advertenties terwijl hij zijn schilderstijl ontwikkelde. Zijn vroege werken werden beïnvloed door het kubisme en het futurisme, maar hij vond deze bewegingen al snel beperkend.

In de jaren 1920 raakte Magritte geassocieerd met het surrealisme, een beweging die het onderbewustzijn probeerde uit te drukken en de grenzen van de realiteit wilde verkennen door middel van dromerige beelden. Hij werd vooral beïnvloed door het werk van Giorgio de Chirico1, een Italiaans-Griekse kunstenaar die bekendstond om zijn metafysische schilderijen.

Periode Parijs

Magritte verhuisde in 1927 naar Parijs en raakte nauw verbonden met de surrealistische groep onder leiding van André Breton2. In deze periode creëerde hij enkele van zijn beroemdste werken, maar hij keerde in 1930 terug naar Brussel nadat hij zich enigszins teleurgesteld voelde in de surrealistische kring.

Juxtapositie3 en paradox

Magritte’s werk omvat vaak de juxtapositie van gewone objecten in ongewone contexten, waardoor een gevoel van mysterie ontstaat en conventionele percepties van de realiteit in twijfel worden getrokken. Bijvoorbeeld, in zijn schilderij “Ceci n’est pas une pipe“, beeldt hij een realistisch beeld van een pijp af met het onderschrift “Dit is geen pijp”, waarmee hij de kijker uitdaagt om de relatie tussen het beeld en de realiteit in twijfel te trekken. Magritte gebruikte vaak alledaagse objecten zoals bolhoeden, appels, pijpen en ramen, maar plaatste ze in vreemde, paradoxale of surrealistische situaties. Deze techniek was bedoeld om kijkers op een nieuwe manier naar bekende dingen te laten kijken.

Verborgen gezichten

Een ander veelvoorkomend motief in Magrittes werk is het verhullen of verbergen van gezichten, vaak met behulp van doek, voorwerpen of andere figuren. Dit weerspiegelt thema’s als identiteit, verhulling en de beperkingen van de perceptie.
Magritte speelde vaak met de relatie tussen woorden en beelden. Zijn werk benadrukt de willekeurige verbindingen tussen voorwerpen en hun namen, waardoor kijkers de betrouwbaarheid van taal en representatie in twijfel trekken.

  • De Mensenzoon” (1964) toont een man met een bolhoed, wiens gezicht wordt verhuld door een zwevende groene appel. Het is een van Magrittes meest iconische afbeeldingen en is een voorbeeld van zijn interesse in verborgen identiteit en het ongeziene.
  • De geliefden” (1928) toont twee geliefden die kussen met hun gezichten bedekt met een doek. Het wordt vaak geïnterpreteerd als een commentaar op de onkenbaarheid van anderen en de barrières voor intimiteit.
  • Golconda” (1953) toont een scène met identieke mannen met bolhoeden die lijken te zweven in de lucht of uit de lucht lijken te vallen tegen een achtergrond van gewone gebouwen. Deze afbeelding creëert een surrealistisch gevoel van het onheilspellende en stelt de realiteit in vraag.

1 Giorgio de Chirico (1888–1978) was een Grieks-Italiaanse schilder. De Chirico schilderde zijn droombeelden als pre-surrealist ver voor het surrealistisch manifest (1924) en stopte daarmee om vanaf de jaren 1920 terug te keren naar een meer academische stijl. Hierdoor viel hij in ongenade bij André Breton en andere Franse surrealisten.

2 André Breton (1896–1966) was een Frans schrijver, dichter en essayist. Hij wordt vooral gerekend tot het surrealisme. Hij schreef het Manifeste du Surréalisme (Manifest van het Surrealisme). Breton noemde het surrealisme een techniek waar de oerinstincten de bovenhand nemen, en het bewuste dus wordt uitgeschakeld.

3 Juxtapositie (Latijn juxta, iuxta: dichtbij, naast, juist als, zoals) is het naast elkaar plaatsen van zaken om daarmee een effect te bereiken. De juxtapositie is vooral bekend als bedoeld contrast in de muziek en in de schilderkunst. In het algemeen worden door juxtapositie zowel verschillen als overeenkomsten duidelijker zichtbaar. De juxtapositie kan verbanden suggereren, zelfs als die er niet zijn.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *