De op één na laatste ronde alweer en ik mag met de zwarte stukken aantreden tegen een gelijkwaardige tegenstander: Jens-Peter Wulff. Inderdaad weer een Duitser.
Hij bleek een dubbele uitvoering van mijzelf. Zowel qua omvang als qua zweetproductie. Hij kwam dan ook, gekleed als een tennisser aan het bord: met korte broek, T-shirt, zweetbandjes en … een handdoek!
“Moeten we kunnen hebben” dacht ik meteen. Een overschatting van mijzelf bleek gedurende de partij. Hoewel ik goed begon, bleek plots de fut er helemaal uit te raken en mijn zweet te parelen.
Ik speelde enkele zetten te snel en als een beginneling. Met een paar aces maakte Wulff het toen af.
Weer een nul, bah!
Ik hoorde vandaag dat donderdag de Siegerehrung wordt opgeluisterd door de plaatselijke Weinkönigin.
Dat is een jaarlijks verkozen fraaie jongedame (volgens de toernooi-directeur) die een representatieve functie voor het wijngebied vervult.
Zij komt de diverse prijzen uitdelen. En er zijn er nog al wat: elke groep (50+, 65+ en 75+) heeft prijzen voor plaats 1, 2 en 3; elke groep een prijs voor de hoogstgeplaatste vrouw (positieve discriminatie!) en prijzen voor de hoogst geëindigde in drie ELO rating klassen.
Bij het ontbijt werd duidelijk dat er gisteravond een Belgische delegatie (10 man en vrouw) van een seniorenvereniging in het hotel is neergedaald. Aan het accent te oordelen komen ze uit Belgisch Brabant. Met dat accent praten ze luid en zonder gene, want “die Duitsers kunnen ons toch niet verstaan“.
Ik heb nog twee mogelijkheden (ontbijt op donderdag en vrijdag) om deze groep aan een nader antropologisch onderzoek te onderwerpen.
Eén onderdeel van mijn onderzoek naar de invulling van het huwelijk door gepensioneerde Duitsers kan ik inmiddels afsluiten.
Vandaag heb ik de diagonaal-opstelling nogmaals bestudeerd en kan nu definitief vaststellen: hier hebben beide partners alle hoop, dat het nog wat gaat worden, laten varen! Deze berusting heeft alle levenslust gedoofd en alle glans uit de ogen doen verdwijnen. Kondoliere!