Spijkerschrift

De Soemeriërs (leefden in Mesopotamië, het huidige Irak) zijn de uitvinders van het spijkerschrift dat net zo oud is als het hiërogliefenschrift van de Egyptenaren. Het is echter veel abstracter. Het spijkerschrift werd ook door andere volkeren uit het Midden-Oosten overgenomen, tot in Turkije en Egypte toe. Maar uiteindelijk werd het overal verdrongen door ons huidige alfabet 1.

Spijkerschrift op een kleitablet uit de 17e eeuw voor Christus

Kleitabletten

Het Soemerisch is samen met het schrift van de Egyptenaren het oudst overgeleverde schrift. De oudste geschriften dateren uit ca. 3200 jaar voor Christus. Dat is zo’n beetje dezelfde tijd dat wij de   hunebedden uitvonden.
Rond 2000 voor Christus is het Soemerisch verdrongen als gesproken taal, maar leefde als geschreven taal nog voort tot ongeveer de eerste eeuw voor Christus.

Ondanks die datering zijn duizenden Soemerische teksten bewaard gebleven. Dat komt doordat de meeste teksten zijn geschreven op kleitabletten of gebeiteld in steen, materiaal dat niet snel vergaat. Duizenden bibliotheken met papieren geschriften zijn in de loop van de geschiedenis in vlammen opgegaan. Maar de geschriften op klei bleven bewaard. In Irak zijn nog veel archeologische resten. Bij elke ruïneheuvel die bloot wordt gelegd, komen duizenden kleitabletten naar boven.

Teksten

Rond 1850 werden de eerste Soemerische teksten gevonden. Sinds die tijd doet men ook in Nederland onderzoek naar deze taal. In Leiden valt dit onderzoek binnen de Assyriologie, de wetenschappelijke studie van het oude Mesopotamië. Toch zijn er niet heel veel onderzoekers die zich bezighouden met het Soemerisch want het onderzoek is pure wetenschap om de wetenschap en daar is weinig budget voor. Daarom zijn er maar een paar dozijn onderzoekers over de hele wereld.

Mesopotamië (in het Midden Oosten)

Op internet zijn zo’n 80.000 Soemerische teksten te vinden. Die zijn deels in spijkerschrift en deels omgezet in Latijns schrift. De meeste teksten zijn administratief van aard. Maar er zijn ook teksten te vinden van koningen die verslag deden van alle geweldige dingen die zij hadden gedaan voor hun land. Sommige koningen schreven zelf. Maar meestal waren het hoge ambtenaren die de teksten schreven. Schrijver zijn was toen een beroep op zich. De opleiding die je moest volgen, kostte vele jaren. Het waren dan ook mensen uit de hogere klassen.

Grammatica

Voorbeeld uit het Soemerisch: Munnintumma’a Letterlijke vertaling: ‘In dat hij het haar hier geschikt maakte.’ Mu – ni – n – tum – 0 – a – a Hierheen – haar – hij (onderwerp) – geschikt zijn (werkwoordstam) – het – dat (bijzin) – in (locatief)

Wat is er nu zo opvallend aan het Soemerisch? Als eerste de werkwoordsvorm, die is in het Nederlands eigenlijk vrij simpel. We zeggen: ik loop en hij loopt. Met die ‘t’ geef je aan wat het onderwerp is.
In het Soemerisch kun je nog veel meer in een werkwoordsvorm proppen, zoals het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp. Met één woord kun je derhalve een hele zin uitdrukken.

Urenstelsel

Elders op deze site had ik het al over het 60-tallig stelsel dat de Soemeriërs hanteerden. Waar wij van nul tot tien en van tien tot 100 tellen, telden zij van nul tot 60.
70 is dan 60+10; 80 is 60+20 enzovoorts. Heel indirect gaat ons urenstelsel hier ook op terug.
De Mesopotamische wetenschap nam het 60-tallig stelsel namelijk over. Ons urenstelsel heeft zijn wortels in de Babylonische wiskunde, de wiskunde die bedreven werd door de volkeren uit Mesopotamië.


1 Ik kreeg van Evert Jan Poorterman een reactie op het bovenstaande:

Het Soemerisch als taal is niet verdrongen, maar verdwenen aldaar in het zuiden van Irak. Een grote ramp voltrok zich. Staat beschreven in ‘klaagliederen’.
De ‘munabtutu’ (= ‘vluchtelingen voor een grote ramp’- zeggen de wetenschappers) wisten echter aan de ramp te ontkomen door ijlings in noordelijke richting te vluchten. In wat nu Anatolie is in het huidige Turkije, splitsten ze zich op. De ene groep trok westwaarts. Sommigen bleven achter (denk aan de Hettieten en de Jezidi’s), de rest trok over de Bosporus en vestigden zich op de vlakten van Bulgarije, Roemenie en Hongarije (denk aan de Kelten, Etrusken en de latere Romeinen)… en trokken verder naar het westen…De anderen trokken over de Kauakasus-bergen naar de Russische steppen. Volgden de Wolga naar het noorden en stichten de stad Samara. Van hen trokken later lieden over de Oeral-bergen naar Siberie (sie Beren) en de Aziatische toendra en Mongolie. Daar zijn nog steeds grafheuvels te vinden, waarin gemummificeerde lichamen zijn gevonden met… rood haar!
Anderen trokken naar het noorden en vestigden zich in Finland en Estland. Uit die groep trok 1800 voor de jaartelling een groot volk weg. Ze bouwden een grote vloot en zakten af naar het zuiden. De vloot bouwde onderweg forten. Zeg maar handelsfactorijen. Zoals we die ook kennen van de Phoeniciers (die uit hen voortkwamen…). En zo was er op vaarbare afstanden altijd hulp…en een weg terug naar huis. Een beetje Klein-Duimpje dus… Rond 1630 voor de jaartelling kwam de vloot aan op de kusten van de ‘lage landen’. De rest is geschiedenis! Hier wordt dus nog volop ‘Soemerisch’ gesproken omdat de proto-Nederlanders de ‘verdwenen’ Soemeriers zijn! De meest zuivere vindt je nog in Oost-Groningen.

3 thoughts on “Spijkerschrift

  1. Dag Jos,

    het Soemerisch als taal is niet verdrongen, maar verdwenen aldaar in het zuiden van Irak. Een grote ramp voltrok zich. Staat beschreven in ‘klaagliederen’. De ‘munabtutu’ (= ‘vluchtelingen voor een grote ramp’- zeggen de wetenschappers) wisten echter aan de ramp te ontkomen door ijlings in noordelijke richting te vluchten.

    In wat nu Anatolie is in het huidige Turkije, splitsten ze zich op. De ene groep trok westwaarts. Sommigen bleven achter (denk aan de Hettieten en de Jezidi’s), de rest trok over de Bosporus en vestigden zich op de vlakten van Bulgarije, Roemenie en Hongarije (denk aan de Kelten, Etrusken en de latere Romeinen)… en trokken verder naar het westen…

    De anderen trokken over de Kauakasus-bergen naar de Russische steppen. Volgden de Wolga naar het noorden en stichten de stad Samara. Van hen trokken later lieden over de Oeral-bergen naar Siberie (sie Beren) en de Aziatische toendra en Mongolie. Daar zijn nog steeds grafheuvels te vinden, waarin gemummificeerde lichamen zijn gevonden met… rood haar!

    Anderen trokken naar het noorden en vestigden zich in Finland en Estland. Uit die groep trok 1800 voor de jaartelling een groot volk weg. Ze bouwden een grote vloot en zakten af naar het zuiden. De vloot bouwde onderweg forten. Zeg maar handelsfactorijen. Zoals we die ook kennen van de Phoeniciers (die uit hen voortkwamen…). En zo was er op vaarbare afstanden altijd hulp…

    en een weg terug naar huis. Een beetje Klein-Duimpje dus… Rond 1630 voor de jaartelling kwam de vloot aan op de kusten van de ‘lage landen’. De rest is geschiedenis! Hier wordt dus nog volop ‘Soemerisch’ gesproken omdat de proto-Nederlanders de ‘verdwenen’ Soemeriers zijn! De meest zuivere vindt je nog in Oost-Groningen.

    Met vriendelijke groet,
    Evert Jan Poorterman.

    1. Dag Evert Jan,

      Dank voor je reactie! Het klinkt bijna te fantastisch dat het Soemerisch na vele omzwervingen een voorloper van het Nederlands is. Ik heb dat nog nergens gehoord of gelezen. Maar goed, je klinkt als een kenner. Overigens: in mijn post had ik het over het verdwijnen van het spijkerschrift ten faveure van het nu belkende alfabet en niet het Soemerisch als taal.

  2. Dag Jos,

    na de zondvloed waren alle papierfabrieken weg, de typmachines en computers en printers ook. De mens, als slaaf, was weinig ontwikkeld. Het licht brak door toen de zeer dichte atmosfeer neer regende in veertig dagen en veertig nachten. De goden doken onder in hun ondergrondse bases. Zij konden bovengronds niet meer leven. Om controle te blijven houden stelden ze koningen aan en onderwezen zij in snel tempo de nieuwe slaven; de blanken. Nazaten van Noach, de eerste blanke mens. Papier was nog niet voorhanden, klei wel! En zo werden tabletten gevormd, waarin ‘schrifttekens’ gedrukt konden worden. De tabletten werden gehard in de zon. Met de intrede van vellen beschrijfbaar materiaal; van papyrus-bladeren en van de pompebled-bladeren – lotus en waterlelie – verdween het spijkerschrift en de kleitabletten.

    Groet Evert Jan

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *