Giulio Cesare Polerio (circa 1550 – circa 1610) was een Italiaanse schaker en theoreticus. Hij had een aantal bijnamen, zoals l’Apruzzese en Lancianese, omdat hij in Lanciano (regio Abruzzo, Zuid-Italië) was geboren. Hij stierf uiteindelijk, na vele omzwervingen, in Rome.
Hij was bijvoorbeeld in 1575 meegegaan met een andere Italiaanse schaker, Giovanni Leonardo, naar Madrid. Daar speelde Leonardo aan het hof van de Spaanse koning, Philips II, een match tegen de Spanjaard Ruy Lopez.
In de afbeelding hierboven zie je een schilderij van Luigi Mussini, waarop de match Leonardo – Ruy Lopez verbeeld wordt. Samen met Leonardo vormde Polerio een team dat het tegen het Spaanse team, bestaande uit Ruy Lopez en Alfonso Ceron opnam. Later kwam ook de Italiaan Paolo Boi , of ook Il Siracusano, er bij.
Weer terug in Rome schreef Polerio een aantal manuscripten over het schaakspel. Hij droeg die manuscripten op aan zijn weldoener (sponsor zouden wij zeggen) Giacomo Boncompagni, graaf van Sora en de zoon van paus Gregorius XIII (een paus die kinderen had, dat kon toen nog).
Italiaanse rokade
Veel van onze huidige schaaktheorie over met name het Koningsgambiet, en het Loperspel, werd al beschreven door Polerio.
Bij het bestuderen van zijn manuscripten valt op dat hij soms onze huidige wijze van rokeren hanteert en soms de Italiaanse variant, die in zijn tijd aan het verdwijnen was. Bijvoorbeeld:
1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 g5 4.Lc4 g4 5.0-0 gxf3 6.Dxf3 wordt door Polerio als zeer goed voor wit beschreven, maar bij hem staat de witte koning na de rokade op h1! Met andere woorden: hij analyseert met de Italiaanse rokade.
Maar hij gaf ook analyses en partijen met “onze” vorm van rokade, bijvoorbeeld:
Theoretische analyses
Ook een zwarte korte rokade, in onze versie, zien we in deze analyse met de Franse verdediging (“avant la lettre”):
Nog een partij/analyse van Polerio:
–