Hergé

Als ik het over favoriete kunstenaars heb, mag degene van wie ik het meeste werk in huis heb natuurlijk niet ontbreken: Hergé!

Georges Prosper Remi

Hergé, het pseudoniem van Georges Prosper Remi (1907–1983), was de maker van de wereldberoemde stripreeks De avonturen van Kuifje.

Hergé ofwel Georges Prosper Remi (1907–1983)

Vroege leven en achtergrond

Hergé werd geboren op 22 mei 1907 in Etterbeek, een buitenwijk van Brussel, België. Zijn echte naam was Georges Prosper Remi en hij was de oudste van twee zonen in een middenklasse gezin.

Ouders

Zijn ouders waren de Waal Alexis Remi (1882-1970) en de Vlaamse Élisabeth Dufour (1882-1946). Alexis en zijn tweelingbroer Leon werden geboren als buitenechtelijke zoons van Marie-Barbe Dewigne (1860-1901). Ze trouwde met Philippe Remi (1870-1941), pas twaalf jaar ouder dan de tweeling, die ze legitimeerde. Er werd weleens beweerd dat zij buitenechtelijke zoons waren van koning Leopold II. Een ander gerucht wilde dat ze buitenechtelijke zoons waren van de diplomaat graaf Gaston Errembault de Dudzeele (1847-1929), bij wie Marie-Barbe Dewignie dienstmeid was. Het echtpaar Alexis Remi-Dufour behoorde tot de middenklasse en leefde in een betrekkelijke luxe. In 1912 werd een tweede zoon geboren, Paul Remi.

Inspiratie

Hergé beweerde dat Kuifje in de beginjaren onbewust op zijn broer Paul gebaseerd was. Kuifje kreeg Pauls kuif, leeftijd (16-17), houdingen, gebaren en karakter.
Het beroep van avontuurlijke reporter was geïnspireerd op de Franse journalist Albert Londres.
Hergé toonde al vroeg interesse in tekenen en verhalen vertellen. Als jongen sloot hij zich aan bij de padvinders, een ervaring die zijn latere werk sterk beïnvloedde, waaronder het personage Kuifje, die de padvindersdeugden van moed, vindingrijkheid en een gevoel voor avontuur belichaamt.

Pseudoniem

Remi was zeventien jaar toen hij zijn pseudoniem Hergé bedacht. Hij gebruikte hiervoor de achterstevoren geschreven initialen van zijn naam Georges Remi: RG als Hergé. Op de lagere school was het voor hem namelijk al normaal om vanaf de eerste klas als Remi Georges te worden aangesproken. Op zijn schoolschriften prijkten eveneens de namen in die volgorde en als hij zelf zijn initialen zette, schreef hij ze neer als R.G. Daaruit ontstond zijn schuilnaam Hergé. Op zijn Frans klinkt dat als erzjee, want de begin-h is in die taal vrijwel niet hoorbaar. In december 1924 publiceerde hij voor het eerst onder dit pseudoniem.

Carrière

Hergé begon zijn carrière als illustrator voor verschillende tijdschriften en kranten. Hij publiceerde zijn tekeningen eerst in het padvindersblad Le Boy-Scout Belge en werkte later voor Le XXe Siècle, een conservatieve katholieke krant.
Zijn vroege werk omvatte een stripverhaal genaamd Totor, dat werd gepubliceerd in Le Boy-Scout Belge. Totor, een padvinder, kan worden gezien als een voorloper van Kuifje, met veel van dezelfde kenmerken.

Kuifje

Kuifje verscheen voor het eerst op 10 januari 1929 in het kinderbijlage Le Petit Vingtième van Le XXe Siècle. Het eerste avontuur, Kuifje in het land van de Sovjets, was een serieel stripverhaal dat de jonge reporter Kuifje en zijn hond Bobbie (Milou in het Frans, Snowy in het Engels) volgde op een reis naar de Sovjet-Unie.
De avonturen van Kuifje werden snel populair, wat leidde tot meer verhalen en uiteindelijk op zichzelf staande boeken. In de daaropvolgende decennia schreef en illustreerde Hergé 24 Kuifje-albums, die het personage naar verschillende delen van de wereld en zelfs de ruimte brachten.

Hergé was nauwgezet in zijn onderzoek en streefde naar nauwkeurigheid in de weergave van locaties, culturen en technologieën. Deze aandacht voor detail is een van de redenen waarom de avonturen van Kuifje zo meeslepend en realistisch aanvoelen, zelfs als ze zich wagen aan het fantastische.
Naast Kuifje en Bobbie creëerde Hergé een gedenkwaardige cast van personages, waaronder:

  • Kapitein Haddock: Kuifjes norse, loyale vriend die bekendstaat om zijn liefde voor whisky en zijn kleurrijke beledigingen.
  • Professor Zonnebloem (Professeur Tournesol): Een briljante maar verstrooide wetenschapper.
  • Jansen en Janssen (Dupont et Dupond): Twee onhandige detectives die bijna identiek zijn, behalve de vorm van hun snorren.
  • Bianca Castafiore: Een flamboyante operazangeres die vaak een bron van komische situaties is.

Klare lijn

Hergé wordt gecrediteerd voor het ontwikkelen van de ligne claire (klare lijn) stijl, gekenmerkt door strakke, precieze lijnen, een gebrek aan arcering of schaduw en levendige, vlakke kleuren. Deze stijl werd zeer invloedrijk en wordt gezien als een bepalend kenmerk van Europese strips.

Parodieën, controverses en karikaturen

Hergé verwees in zijn Kuifje-albums vaak naar actuele gebeurtenissen. En dat hielp mij, in de pubertijd, bij de vorming van mijn wereldbeeld.

Parodieën

In De Blauwe Lotus wordt verwezen naar het spoorwegincident bij Moekden in augustus 1931, het bestaan van de Internationale Concessie in Shanghai en het vertrek uit de Volkenbond van Japan in 1933.

Verder zijn de verhalen doorspekt met verwijzingen naar en parodieën op historische gebeurtenissen uit de twintigste eeuw. Zo kan De scepter van Ottokar (1939) bijvoorbeeld gelezen worden als een parodie op de Anschluss van Oostenrijk bij nazi-Duitsland. Onder meer de naam van de Bordurische leider, Müsstler, verwijst daarnaar: het is een combinatie van Hitler en Mussolini. Met De scepter van Ottokar oefende Hergé vooral onderhuidse kritiek uit op het Duitse rijk in wording.

Controverse

De geheimzinnige ster (1942) zorgde voor heel wat controverse. Het verscheen in volle oorlogstijd. De oorspronkelijke versie van het verhaal viel vooral op doordat de antagonisten oorspronkelijk onder de Amerikaanse vlag opereerden en geleid werden door een Jood genaamd Blumenstein. Bij een na de oorlog herziene versie van het verhaal werd Amerika vervangen door het fictieve São Rico. Ook de man achter de geldzuchtige operatie krijgt nu de in Hergés oren minder Joods klinkende naam Bohlwinkel (een verwijzing naar het Brusselse bollewinkel, wat “snoepwinkel” betekent). Wat Hergé toen niet wist, is dat ook Bohlwinkel een veel voorkomende Joodse naam is.

Oorlogsdreiging

In de allereerste versie van Kuifje en het Zwarte Goud werd verwezen naar de oorlogsdreiging in 1939. Toen Hergé dit verhaal na de Tweede Wereldoorlog voltooide, werd de plaats waar het conflict zich afspeelt verplaatst naar het Palestina van die tijd, waar destijds onder de ogen van het Britse mandaatbestuur, Joodse en Palestijnse verzetsgroepen elkaar bestreden. Later zijn er opnieuw aangepaste versies van dit verhaal uitgekomen, waarin alle verwijzingen naar het Joods-Palestijnse conflict zijn verwijderd.

Science Fiction

Hergés visie op de ruimtevaart komt tot uiting in een lang verhaal dat de albums Raket naar de maan (1953) en Mannen op de maan (1954) beslaat. Aan de totstandkoming van dit verhaal ging een uitgebreide studie van de modernste wetenschappelijke inzichten vooraf. Het maken van de twee albums nam zes jaar in beslag. De raket waarmee de hoofdpersonen naar de maan reizen is gebaseerd op de door de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde V2-raket.

Karikaturen

In De zaak Zonnebloem (1956) maakte Hergé een parodie op dictatoriale regimes in het algemeen, en op (de satellietstaten van) de Sovjet-Unie in het bijzonder. Bordurië, het fictieve land (ook in de De scepter van Ottokar) waar het voornoemde verhaal zich voor een deel afspeelt, wordt beheerst door uniformen met een rode schouderband met witte cirkel en zwart embleem in de vorm van een snor.

Het laatste voltooide album, Kuifje en de Picaro’s, schetst een karikatuur van Zuid-Amerika en zijn kenmerkende revoluties. In dit verhaal weet Kuifje generaal Alcazar ertoe te bewegen geen executies te laten plaatsvinden als hij aan de macht komt. Alcazar laat duidelijk merken dat hij het hier niet mee eens is. Aan het eind geeft zelfs generaal Tapioca (die geëxecuteerd zou moeten worden) toe dat hij dit een belediging van de San-Theodoraanse cultuur vindt.

Nalatenschap

Hergé tekende de strips in eerste instantie helemaal zelf, maar in 1943 riep hij de hulp in van Edgar P. Jacobs1. In 1950 startte hij de fameuze Studios Hergé. Bekende medewerkers als Bob De Moor2 en Jacques Martin3 namen hem veel werk uit handen en hielden zich onder andere bezig met het tekenen van achtergronden en het hertekenen van de oude albums. Naast Kuifje werkte Hergé aan andere strips, zoals Leo en Lea, Jo, Suus en Jokko en De guitenstreken van Kwik en Flupke, waarvan van de laatste tot 355 verhalen en een tekenfilmserie verschenen. Hergé’s laatste, onafgemaakte Kuifje-avontuur, Kuifje en Alpha-Art, werd postuum gepubliceerd in 1986. Het biedt een glimp van de richting die hij Kuifje in zijn latere jaren had kunnen inslaan, met een plot met kunstvervalsing en een volwassener toon.

Hergé stierf op 3 maart 1983 in Brussel, België. Zijn dood markeerde het einde van De avonturen van Kuifje, omdat Hergé de wens had uitgesproken dat niemand anders de serie na hem zou voortzetten.

Wereldwijde populariteit

De avonturen van Kuifje zijn vertaald in meer dan 70 talen en hebben wereldwijd meer dan 250 miljoen exemplaren verkocht, waardoor het een van de populairste stripreeksen aller tijden is. Kuifje heeft een blijvende impact gehad op de populaire cultuur en heeft generaties lezers en artiesten geïnspireerd. De invloed van het personage is te zien in verschillende media, waaronder film, televisie en videogames.

Spielberg

Kuifje is vereeuwigd in de animatiefilm The Adventures of Tintin: The Secret of the Unicorn uit 2011, geregisseerd door Steven Spielberg. De film werd goed ontvangen en introduceerde Kuifje bij een nieuwe generatie fans.

Hergé Museum

Het Hergé Museum, gevestigd in Louvain-la-Neuve, België, is gewijd aan het leven en werk van Hergé. Het museum werd geopend in 2009 en toont originele kunstwerken, manuscripten en persoonlijke items, die inzicht bieden in zijn creatieve proces en de ontwikkeling ervan. Dit museum kwam er door de inzet van Hergés tweede vrouw en voormalige medewerkster in zijn studio, Fanny Vlamynck.


1 Edgar P. Jacobs (1904–1987) was een Belgisch striptekenaar. Hij is bekend van de sciencefictionstrip Le Rayon U (in het Nederlands De «U» straal) en de stripreeks Blake en Mortimer.

2 Robert Frans Marie (Bob) De Moor (1925-1992) was een Belgisch striptekenaar, vooral bekend voor zijn reeksen Meester MusBarelli en Cori, de scheepsjongen.

3 Jacques Martin (1921-2010) was een Franse striptekenaar. In de Kuifje-periode, die 19 jaar duurde, publiceerde hij zeven Alex– en drie Lefranc-albums. Nadat hij Kuifje verliet, publiceerde hij in tien jaar tijd nog eens negen Alex– en vier Lefranc-albums. Zijn graf is versierd met een borstbeeld van Alex.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *