“1956” van Simon Hall

In het vorige bericht gaf ik al aan dat ik het boek “1956” van Simon Hall bezit.

In het boek (Spectrum, 2016) gaat Hall, die studeerde in Sheffield en Cambridge, in op de roerige gebeurtenissen die in 1956 plaatsvonden en de media in hun greep hielden. Het was een jaar waarin mensen wereldwijd hun stemmen lieten horen voor meer vrijheid en gelijkheid.

Slecht begin

Het boek begint spannend, met de laatste momenten van 1955 die niet veel goeds voorspelden. Vierhonderdduizend nieuwjaarsvierders op Times Square in New York zagen op 31 december 1955 de laatste seconden van dat jaar wegtikken, toen plotseling alle lampjes uitvielen van de tijdbal die langs de Times Tower afdaalde. De toeschouwers zagen de bal niet meer en moesten tot kwart over twaalf wachten voordat de lampjes weer aansprongen.

De jaarwisseling was in New York een schertsvertoning, maar in Japan liep deze uit op een regelrechte tragedie. Tijdens een shintoïstische ceremonie in de Yahiko-tempel 24 kilometer ten noorden van Tokio, waarbij priesters rijstballetjes in de mensenmassa gooien, vielen in het gedrang ruim 100 doden en raakten 75 mensen gewond.

De doden worden afgevoerd bij de Yahiko-tempel, 1956. Bron: www.ranker.com
De doden worden afgevoerd bij de Yahiko-tempel, 1956. Bron: www.ranker.com

Het was een weinig bemoedigend, wellicht onheilspellend begin van een jaar dat uiteindelijk – maar dat is achteraf natuurlijk makkelijk constateren – uiterst rumoerig zou verlopen.

King staat op tegen segregatie

Hall begint met een relaas over de bevlogen predikant Martin Luther King uit Montgomery, Alabama, de plaats waar Rosa Parks op 1 december 1955 weigerde om tijdens een busrit op te staan voor een blanke medepassagier. Onder leiding van onder meer King werd besloten daarom een busboycot te laten uitvoeren door de zwarte bevolking. De boycot hield lang stand en zorgde ervoor dat er een massale protestbeweging op gang kwam tegen de bussegregatie van blank en zwart in de Verenigde Staten.

Problemen in Franse kolonies

Problemen deden zich in 1956 ook voor in de Franse kolonies, met name in Algerije, waar de moslimbevolking de wapens opnam om te strijden voor de onafhankelijkheid van dit land. Niet alleen daar, maar in heel Frans Noord-Afrika daagde het opkomende nationalisme van de koloniale bevolking de regering in Parijs uit. Hierop reageerden de Fransen met geweld en onderdrukking.

De Franse greep op Marokko was minder krachtig dan op Algerije, en de kolonisten waren er minder talrijk, toch stond Parijs net zo afwijzend tegenover de Marokkaanse onafhankelijkheid. Geconfronteerd met de groeiende nationalistische druk uit Marokko verbood de Franse regering de Istiqlal partij, want die was voor onafhankelijkheid. De Fransen onderdrukten verder de protesten in de steden en verbanden de sultan naar Madagaskar.

Rock ‘n roll

Een nieuwe muziekstroming, rock ‘n roll, zorgde in 1956 ook voor een hoop paniek en chaos, wereldwijd. Zo liep op 7 juli 1956 een optreden van Fats Domino in de Palomar Gardens in San Jose, Californië, volledig uit de hand. Al tijdens het openingsnummer van Antoine ‘Fats’ Domino, afkomstig uit New Orleans, belandden de eerste bierflessen en rotjes op het podium. De eigenaar van de club, Charles Silvia, beschreef later hoe het er in zijn club aan toe was gegaan:

Tientallen tafels en stoelen gingen de vernieling in en duizenden flesjes spatten op de grond en muren uiteen. Dertig politieagenten waren ongeveer een uur bezig om de orde te herstellen.”

Dit soort incidenten zorgde ervoor dat een hele rij sociologen, psychiaters en ‘deskundigen’ op de bres sprongen om de nieuwe rage, rock ‘n roll, te veroordelen. Francis J. Braceland, toen een van de meest vooraanstaande psychiaters in zijn vakgebied, vergeleek de nieuwe muziekstijl zelfs met een ‘besmettelijke ziekte’. De nieuwe muziek was niets anders dan een uiting van ‘opstandig gedrag van adolescenten’.

Slot

Hall concludeert dat 1956 op veel fronten een historisch breukvlak was. Zo was dit jaar een kantelpunt in de geschiedenis van het internationaal communisme. De destalinisatierede van Chroesjtsjov hielp – in de woorden van marxistisch historicus Eric Hobsbawm – het communisme feitelijk om zeep. Verder zette natuurlijk de dekolonisatie na 1956 verder door, evenals de burgerrechtenbewegingen in de Verenigde Staten en Zuid-Afrika. En rock ‘n roll zou de jeugdcultuur voorgoed veranderen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *