Tolerantie of verdraagzaamheid is een sociale, culturele of in een religieuze context gebruikte term, die de mate aangeeft waarin afwijkend gedrag of leden van bepaalde groepen niet worden gediscrimineerd ondanks hun afwijkend en door de meerderheid verwerpelijk geachte gedrag (of afwijkende meningen). Tolerantie is afgeleid van het Latijnse tolerare dat verdragen, verduren, uithouden, betekent.
Tolerantie stond in de Oudheid en Middeleeuwen synoniem voor toegeeflijkheid, zachtmoedigheid, clementie, goedertierenheid, lankmoedigheid en geduld. Op het gebied van religieuze tolerantie werden meerdere malen edicten van tolerantie1 uitgevaardigd.
Erasmus (1469–1536), Spinoza (1632–1677), Locke (1632–1704) en Bayle (1647–1706) waren voorstander van een vorm van tolerantie.
Voltaire (1694-1778) schreef: “Ik verafschuw wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen.”
Toestaan met tegenzin
Tolerantie is niet het accepteren van asielzoekers, tolerantie is accepteren dat anderen protesteren tegen hun komst. Tolerantie houdt in het verdragen van opvattingen, levenswijzen, voorkeuren en visies waar je het mee oneens bent. Toestaan met tegenzin dus.
Maar in welke mate moeten we ruimte geven aan intolerante opvattingen? Waar ligt het kantelpunt waarbij tolerantie voor intolerantie ten koste gaat van onze vrije, open en democratische samenleving? Deze zorg is prominent aanwezig in het publieke en politieke debat. Die laait op als er vrouwen worden aangerand door asielzoekers, als imams haat prediken, als homo’s in elkaar worden geslagen.
Karl Popper
De volgende vraag is nu weer actueel: kunnen we onbeperkt afschuwelijke uitingen van intolerantie toestaan?
Wetenschapsfilosoof Karl Popper (1902-1994) wijst ons de weg in zijn boek “De open samenleving en haar vijanden”, uit 1945 (dus waarschijnlijk geschreven tijdens de Wereld Oorlog II).
Paradox van intolerantie
Hij zegt daarover in ‘de paradox van tolerantie‘:
‘Onbeperkte tolerantie zal leiden tot verdwijning van tolerantie. Als we onbeperkt onze tolerantie uitbreiden tot zelfs diegenen die intolerant zijn, als we niet bereid zijn om een tolerante samenleving te beschermen tegen de felle aanval van de intoleranten, dan zullen de toleranten vernietigd worden en daarmee dus ook de tolerantie.’
‘We zouden daarom, in naam der tolerantie, het recht moeten eisen om de intoleranten niet te tolereren. We zouden moeten eisen dat iedere beweging die intolerantie predikt, zichzelf buiten de wet plaatst. We zouden de oproepen tot intolerantie als crimineel moeten beschouwen, zoals we oproepen tot moord, ontvoering of heropleving van slavenhandel als crimineel te beschouwen.‘
Grondwettelijk?
De vrijheid van meningsuiting is dus, volgens Popper, niet onbeperkt. Volgens hem zouden extremisten, als ze zich intolerant uiten, buiten de wet geplaatst moeten worden en als crimineel moeten worden beschouwd. Volgens de Nederlandse Grondwet, waarin censuur wordt afgewezen, is dat nog geen optie. Maar die wet stamt uit een geheel andere tijd. Een tijd namelijk waarin de dreiging voornamelijk kwam vanuit de traditionele en eigen samenleving. Het was bedoeld om degene die zich beroept op de vrijheid van godsdienst of op de vrijheid van meningsuiting of op de vrijheid van vereniging en vergadering, een plek te bieden binnen het bestaande wettelijke kader.
Maar we hebben nu te maken met vertegenwoordigers van on- en antidemocratische regimes en theocratieën die binnen de Nederlandse grenzen nagenoeg ongrijpbaar zijn en derhalve geen verantwoording voor de rechter hoeven af te leggen.
Tolerantie vraagt om wederzijdse tolerantie
De vrijheid van meningsuiting is bedoeld om een gezonde discussie te hebben, een dialoog. In het geval van extremistische uitingen is er geen sprake van dialoog, maar van een eenzijdig inprenten van een visie die contrair is aan waar een tolerante samenleving voor staat. En die visie kan de vrijheid van meningsuiting van anderen bedreigen en op die wijze een einde maken aan de tolerantie.
Tolerantie vereist tolerantie van beide partijen en dus dialoog en compromissen.
Is dat niet mogelijk dan verdwijnt de tolerantie.
1 Een edict van tolerantie is een schriftelijke bepaling (edict) door een regering en/of vorst, waarbij de vrijheid van godsdienst in het land (deels) toegestaan wordt alsmede de uitoefening van de godsdienst in al zijn facetten (eredienst, samenkomsten, kerkraden).
Een voorbeeld is het Edict van Nicomedia in 311 uitgevaardigd door keizer Galerius, dat poogde een einde te maken aan de christenvervolgingen.