In een tijdperk van politieke onzekerheid en sociale onrust bood de Griekse filosoof Epicurus (341–270 v.Chr.) een radicaal eenvoudig antwoord op de grote vraag des levens: Hoe kunnen we gelukkig zijn?
Zijn filosofie, vaak samengevat als een leer van genot, is subtieler en dieper dan het moderne cliché van hedonisme1 suggereert. In werkelijkheid pleitte Epicurus voor een leven van bescheiden vreugde, innerlijke rust en de afwezigheid van angst.

Ataraxia: de hoogste vorm van geluk
Centraal in de epicuristische filosofie staat het begrip ataraxia – een toestand van geestelijke onaangedaanheid, innerlijke rust en vrijheid van angst. Dit, en niet eindeloos genot, is het ultieme doel van het leven.
Epicurus stelt dat geluk voortkomt uit:
- Vriendschap
- Vrijheid (autarkie)
- Filosofisch inzicht
Deze drie zorgen ervoor dat je loskomt van externe angsten en verlangens die je gemoedsrust verstoren.
Genot als maatstaf – maar geen overdaad
Hoewel Epicurus genot als het hoogste goed beschouwde, bedoelde hij daar niet mee dat men zich moest overgeven aan een luxueus of losbandig leven. Integendeel: lichamelijk genot moest sober zijn, natuurlijke verlangens eenvoudig, en onnatuurlijke verlangens (zoals status, rijkdom of roem) moesten worden vermeden.
Volgens Epicurus zijn de belangrijkste bronnen van ongeluk: angst voor de dood en de goden, en het najagen van verlangens die ons nooit duurzaam bevredigen.
De dood is niets voor ons
Een van de meest invloedrijke – en bevrijdende – onderdelen van Epicurus’ denken is zijn houding ten opzichte van de dood:
“De dood is niets voor ons, want zolang wij bestaan is de dood er niet, en wanneer de dood er is, bestaan wij niet meer.”
Door deze gedachte onder ogen te zien, bevrijden we ons van de existentiële angst die ons leven vergiftigt. De dood is geen ervaring die we bewust ondergaan, en kan daarom geen bron van lijden zijn.
Natuur en werkelijkheid: atomisme
Epicurus bouwde voort op het atomisme van Democritus2. Hij stelde dat alles in het universum uit onveranderlijke atomen en leegte bestaat. Ook de ziel is materieel en sterft met het lichaam – een overtuiging die zijn afwijzing van een leven-na-de-dood versterkte.
Deze materialistische visie op de natuur maakte zijn ethiek mogelijk: zonder bovennatuurlijke straffen of beloningen konden mensen hun leven richten op wat hier en nu zinvol is.
Epicurus vandaag
In een wereld vol informatie, consumptie en prestatiedruk is de stem van Epicurus verrassend actueel.
Zijn oproep tot eenvoud, innerlijke rust en zelfbeheersing contrasteert sterk met moderne vormen van oppervlakkig hedonisme. Waar reclame en sociale media voortdurend suggereren dat geluk van buiten komt, stelt Epicurus dat de sleutel tot geluk binnenin ligt – in een heldere geest en een rustige ziel.
Hoewel zijn geschriften grotendeels verloren zijn gegaan, leeft Epicurus’ gedachtegoed voort via latere denkers zoals Lucretius3, die zijn leer in het Latijn verwoordde in het epische gedicht De rerum natura. Ook moderne filosofen als Michel Onfray4 hebben het epicurisme opnieuw onder de aandacht gebracht als een seculiere, levensbeschouwelijke ethiek van rust en vrijheid.
Epicurus’ quotes
- Wie rijk wil zijn, moet niet zijn vermogen vermeerderen maar zijn hebzucht verminderen.
- Wanneer genoeg te weinig is, is niets genoeg.
- Wil God kwaad voorkomen, maar kan hij niet? Dan is hij niet almachtig. Kan hij wel, maar wil hij niet? Dan is hij kwaadaardig. Kan hij wel en wil hij wel? Waar komt dan het kwaad vandaan? Kan hij niet en wil hij niet? Waarom noemt men hem dan God?
- Als u een mens gelukkig wilt maken, voeg dan niet iets toe aan zijn rijkdommen, maar neem iets weg van zijn verlangens.
- De dood kan ons wat we beleefd hebben niet ontnemen, zij kan ons alleen de toekomst ontnemen, die niet bestaat.
- Het is onmogelijk om de meest wezenlijke angsten weg te nemen, als men niet weet wat de aard van het heelal is, en nog bang opziet tegen iets dat in de mythen thuishoort. Zonder natuurwetenschap is het daarom niet mogelijk om puur te genieten.
1 Hedonisme is een term die zowel een bepaalde filosofische leer aanduidt als een bepaalde levenshouding of -visie in verband met genot. De term is afgeleid van de Griekse godin Hèdonè. Hèdonè betekent “genot”. Een belangrijke vraag binnen deze filosofie is wat het meeste genot geeft. Hierbij moeten ook de eventuele nadelen van het betreffende genot in beschouwing genomen worden.
2 Democritus (ca. 460– ca. 356 v.Chr.) was een Grieks filosoof, astronoom, wiskundige en reiziger. Hij wordt gerekend tot de presocraten en stond bekend als ‘de lachende filosoof’. Samen met zijn leermeester Leucippus was hij de grondlegger van het atomisme, waarmee ze reageerden op de Eleaten. De kosmos bestond volgens het atomisme uit leegte (het niet-bestaande) en lichamen (atomen, het bestaande) in een oneindige ruimte. Die lichamen zijn eeuwig en kunnen bewegen.
3 Titus Lucretius Carus (99–55 v.Chr.) was een Romeins dichter en filosoof, bekend om zijn leerdicht De Rerum Natura. De herontdekking hiervan in 1417 was een klein mirakel. Net als de geschriften van andere epicuristen werd het verloren geacht. De humanist Poggio Bracciolini duikelde het op in een Duits klooster (waarschijnlijk de abdij van Fulda). Hij liet een afschrift maken van het perkament en bezorgde dat aan zijn vriend Niccolò Niccoli. Deze deed er dertien jaar over om een eigen afschrift te maken in zijn prachtige cursief. Niccoli’s versie vormde de basis voor de verdere verspreiding, aangezien het perkament en de kopie van Bracciolini verdwenen.
4 Michel Onfray (1959) is een Franse filosoof die in zijn carrière meer dan 100 boeken heeft geschreven. Voor La sculpture de soi won hij de 1993 Prix Médicis. Michel Onfray bouwt zijn filosofie vooral op Friedrich Nietzsche, de 19e-eeuwse materialistische filosofen en de Grieken (zoals Epicurus en Democritus).