De “Lewis” schaakstukken
Er is al veel gepubliceerd over dit stukje schaakgeschiedenis: de ivoren schaakstukken die in 1831 werden gevonden op de kust van “the Isle of Lewis” (Schotland).
Blogs van Jos Heesen
Alles over schaken: eigen en andermans prestaties op het schaakbord
Er is al veel gepubliceerd over dit stukje schaakgeschiedenis: de ivoren schaakstukken die in 1831 werden gevonden op de kust van “the Isle of Lewis” (Schotland).
In het boek “The Grandmaster” over de match om het Wereldkampioenschap tussen Carlsen en Karjakin in New York 2016 van Brian Jonathan Butler, las ik het volgende fragment over de “duurzaamheid” van het schaakspel:
“It’s not an accident that chess has been one of the most durable things humanity has created in the last fifteen hundred years. Think of all the precious, cherished things people have lost in that time along the way to the present: languages, religions, civilizations, entire bloodlines, endless artifacts, and countless stories cast into a common darkness. How did something so seemingly trivial as chess prove so much more durable and immune to the friction and chaos of history? Any child can learn the basics in minutes, yet no human mind will ever be capable of solving it any more than an abacus has a prayer of measuring a black hole.”
In mijn overzicht van vrouwelijke wereldkampioenen elders op deze site, mist u wellicht Judit Polgar: de sterkste vrouwelijke schaker ooit. En waarom is dat? Ze weigert gewoon om een vrouwelijke wereldkampioen te worden en speelt alleen in mannen toernooien!
Hier een overzicht van alle vrouwen die ooit wereldkampioen schaken zijn geweest.
Ik bewonder wijlen Jan Hein Donner (1927-1988) meer om zijn geschriften dan om zijn schaken, hoewel hij drie keer Nederlands kampioen werd (in 1954, 1957 en 1958) en enig internationaal succes had (in Beverwijk 1963 eerst, vóór Bronstein, en in Venetië 1967 eerst, vóór Petrosian).
Op de site van Tim Krabbé vond ik een Interview met Steinitz. Dat leek me een aardige afsluiting van mijn artikelen reeks!
In 1883 werd Steinitz tweede in het sterke toernooi in Londen. Eerste werd Zukertort. Dit gaf natuurlijk opnieuw aanleiding voor het oprakelen
We verlieten Steinitz de vorige keer na zijn overwinning op Anderssen. In de jaren daarna speelde hij weer diverse matches: hij versloeg
Steinitz leerde het schaakspel pas relatief laat: toen hij 12 was. Hij begon er pas serieus werk van te maken toem hij, 21 jaar oud, het ouderlijk huis verliet om in Wenen wiskunde te gaan studeren aan de Vienna Polytechnic.
Hoewel in mijn ogen Paul Morphy de echte eerste wereldkampioen schaken was, was het toch Wilhem Steinitz die er met die titel vandoor ging. “Hoe kon dat nou gebeuren?” was een van de vragen die voor mij open bleven staan,