In mijn overzicht van vrouwelijke wereldkampioenen elders op deze site, mist u wellicht Judit Polgar: de sterkste vrouwelijke schaker ooit. En waarom is dat? Ze weigert gewoon om een vrouwelijke wereldkampioen te worden en speelt alleen in mannen toernooien!
Ik bewonder wijlen Jan Hein Donner (1927-1988) meer om zijn geschriften dan om zijn schaken, hoewel hij drie keer Nederlands kampioen werd (in 1954, 1957 en 1958) en enig internationaal succes had (in Beverwijk 1963 eerst, vóór Bronstein, en in Venetië 1967 eerst, vóór Petrosian).
Vrouwen hebben, om welke reden dan ook, niet echt een gelijkwaardige positie bereikt met de mannelijke schakers. Madame Chaudé de Silans, een van de betere speelsters (in 1950 was ze de eerste vrouw die in een Olympisch schaakteam speelde (voor Frankrijk)), maakte de minachtende opmerking waarom haar eigen sekse het niet beter deed: “Vrouwen kunnen niet schaken omdat je vijf uur lang stil moet zijn.”
Steinitz leerde het schaakspel pas relatief laat: toen hij 12 was. Hij begon er pas serieus werk van te maken toem hij, 21 jaar oud, het ouderlijk huis verliet om in Wenen wiskunde te gaan studeren aan de Vienna Polytechnic.
Hoewel in mijn ogen Paul Morphy de echte eerste wereldkampioen schaken was, was het toch Wilhem Steinitz die er met die titel vandoor ging. “Hoe kon dat nou gebeuren?” was een van de vragen die voor mij open bleven staan,
Dit is een test van de plugin RPB Chessboard voor het weergeven van schaakpartijen inclusief de situatie op het bord. In dit geval een partij van Paul Morphy.