Socrates had de reputatie van grote wijsheid. Op zekere dag kwam er iemand bij hem op bezoek en zei:
- Weet je wat ik zojuist over je vriend gehoord heb?”
Wacht even, antwoordde Socrates, voordat je het me vertelt, wil ik je een proef geven, namelijk die van de drie zeven.
- De drie zeven?
Voordat je iets over anderen vertelt, is het goed om de tijd te nemen om te filteren wat je wilt zeggen. De eerste zeef is die van de waarheid. Heb je geverifieerd of wat je me gaat vertellen waar is?
- Nee, ik heb er alleen over gehoord…
Heel goed. Dus je weet niet of het waar is. Laten we verder gaan met de tweede zeef, die van goedheid. Is dat iets positiefs dat je me wilt vertellen over mijn vriend?
- Oh nee, integendeel!
Dus je wilt me slechte dingen over hem vertellen en je weet niet eens of ze waar zijn. Misschien kan je nog slagen voor de test, er is nog een derde zeef, die van noodzakelijkheid. Is het noodzakelijk dat ik weet wat deze vriend gedaan zou hebben?
- Niet echt.
Dus, concludeerde Socrates, wat je me wilde vertellen is noch waar, noch positief, noch noodzakelijk. Waarom wilde je het me dan vertellen?
De drie zeven
- is het waar?
- is het goed?
- is het noodzakelijk?