De geschiedenis van Alphen 2/2

De eerste 1200 jaar van het bestaan van Alphen kwamen aan de orde in het eerste deel. Hier pakken we de draad weer op. Naarmate we dichter bij het heden komen, hoe meer er bekend is over Alphen’s geschiedenis.

Van 1200 tot 1700

1214Aarlanderveen wordt voor het eerst genoemd bij het huwelijksverdrag van Graaf Floris IV en Machteld van Brabant op 5 november.
1250Reeds in dit jaar is er sprake van het “Hof van Alphen” gelegen aan de zuidelijke oever van de Molenvliet vlakbij waar deze in de Rijn uitmondt.
1273Er wordt in Alphen, door de graaf van Holland, een pastoor benoemd.
1274Op de plaats van de huidige Adventskerk is er sprake van een kerkje, gewijd aan Bonifatius.
1293Oudshoorn wordt voor het eerst genoemd: Willem van Outshoernen is op 28 augustus getuige van Graaf Floris V.
1295Graaf Floris V slaat een veertigtal van zijn trouwste onderdanen tot ridder. Het grootste deel woonde in Oudshoorn en de “Ridderbuurt” dankt hier zijn naam aan.
1451Er wordt een “echte” dorpskerk gebouwd.
1474In de grote polder of Kerkpolder (later Kerk en Zanen) verschijnen de eerste watermolens. De laatste molen is gesloopt in 1906.
1494Alphen en omstreken telt ongeveer 335 inwoners.
1500Jacob Coppier van Kalslagen ontvangt het Hof van Alphen in eigendom van de Graaf van Holland. Ook bezat hij de Heerlijkheid Rietveld. Hij was de eerste Ambachtsheer (bestuurder namens de heer = de graaf, met het recht belastingen te heffen). Hij had ook bezit in Koudekerk, de hofstede Den Toll. Om al zijn bezittingen te kunnen bereiken liet hij vanaf de Bonte Paal aan de Rijn een kade (weg) aanleggen dwars door de polder naar het Rietveld en vervolgens tot aan Boskoop toe. Deze kade heet nu Coppierenkade (ook Compierenkade en soms Copierenkade) op de grens van Hazerswoude en Alphen aan de ene en Hazerswoude en Boskoop aan de andere kant.
1514Alphen en omstreken telt 400 inwoners. De middelen van bestaan zijn rietsnijden, turfsteken en het boerenbedrijf.
1550Roofbendes uit Gelderland o.l.v. Maarten van Rossum teisteren de omgeving.
1574De Spanjaarden nemen de Schout Claes Philipsz van Leeuwen gevangen en laten hem vrij tegen een losgeld. Zij roven ook het ijzerwerk uit de kerk.
1580De toren van de kerk stort in i.v.m. het roven (door de Spanjaarden) van het ijzerwerk dat oorspronkelijk voor de versteviging had gediend.
1582De Reformatie in Alphen: de Rooms Katholieke kerk wordt in gebruik genomen door de Protestanten.
1611Tijdens het Twaalfjarig bestand met Spanje moest de Spaansgezinde graaf van Aremberg het recht op belastingheffing over de bezittingen van de parochie Alphen opgeven.
1619Een grote brand in de dorpskern, waaraan ook de Alphense Kerk ten prooi valt.
1620In de Hoorn is reeds een dakpannen- en steenfabriek.
1625Simon Stevin wordt Ambachtsheer. Hij is de zoon van de wetenschapper en uitvinder van de zeilwagen Simon Stevin de oude.
1657Het hoogtepunt van de vervening in Aarlanderveen wordt bereikt: 180 ha veenweidegrond is in honderd jaar omgezet in water.
1646Alphen is wisselplaats in het postverkeer (over het water) Hiervoor komt een postcomptoir in Oudshoorn.
1661Het “Omloopkanaal” wordt gegraven. Het “Vierkante dorp” ontstaat. De meeste bewoning vindt binnen dit vierkant plaats dat ligt tussen Postbrug, Weesbrug (huidige Haalebosbrug), Hofbrug en de Rijn.
1665De Oudshoornse kerk is gereed. Deze staat op een verhoging. De grond voor deze ophoging was afkomstig van het graven van het “Omloopkanaal“. Opdrachtgever was Cornelis de Vlaming van Oudtshoorn, ambachtsheer van Oudtshoorn en de Gnephoek. De kerk staat in Oudshoorn maar wel op “Alphense grond“.
1657Er wordt begonnen met het graven van het Aarkanaal.
1664Het jaagpad tussen Utrecht en Leiden langs de noordoever van de Oude Rijn komt gereed.
1672Het Rampjaar: inval van de Fransen. Kolonel Pain et Vin, bevelhebber van de Wierickerschans, wordt na de aftocht van de Fransen, voor de dorpskerk in Alphen wegens desertie onthoofd. Hij was onnodig gevlucht voor de Fransen en liet de Wierickerschans onbeheerd achter. Zodoende konden de Fransen langs de verlaten schans ontsnappen richting Utrecht.
1680De Rijn wordt uitgediept omdat steeds grotere schepen langs Alphen varen. De Rijn is nog een getijden rivier kent derhalve eb en vloed en mondt uit in de Noordzee bij Katwijk.
1700De middelen van bestaan zijn inmiddels: scheepstimmerwerven, steen- en pannenbakkerijen, kalkbranderijen, lijn-banen en zaagmolens. Ook is hier handel in vee en zuivelproducten. De aanwezigheid van turf als brandstof voor de ovens van de pottenbakkers maakt het ontstaan van een (aardewerken) pijpenindustrie mogelijk. De pijpen worden in deze alom aanwezige ovens gebakken als men zelf geen oven bezit.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *