Het Milgram Experiment uit 1961

Toen ik in de jaren 80 van de vorige eeuw studeerde aan de RU te Utrecht kon ik wat bijverdienen als proefpersoon bij experimenten van de Psychologie faculteit. Bij een van die onderzoeken kreeg ik de spelregels van een simpel spel uitgelegd en een tegenstander die alleen via een TV scherm zichtbaar (en hoorbaar) was. Met elkaar praten was niet mogelijk, maar de experimentator vertelde mij over een rode knop waarmee ik mijn tegenstander een elektrische schok kon geven om te laten merken dat ik het niet met hem eens was.

We begonnen te spelen en elke keer won ik het spelletje (in mijn begrip van de spelregels), maar mijn tegenstander liet zich elke keer bijzonder laatdunkend uit over mijn spel, want hij won elke keer simpel (zo gaf ie aan). Na een aantal spellen werd mij gevraagd waarom ik de rode knop niet had gebruikt en ik gaf aan dat ik dat niet nodig vond omdat mijn tegenstander overduidelijk het spoel volgens andere regels speelde en dus niet beter wist.

Later las ik iets over het beruchte Milgram Experiment en zag verbanden…

Het Milgram Experiment van 1961

Inleiding

In 1961 voerde de Amerikaanse sociaalpsycholoog Stanley Milgram een van de meest controversiële en invloedrijke experimenten in de geschiedenis van de psychologie uit. Het experiment was ontworpen om te onderzoeken in hoeverre mensen geneigd zijn om autoriteitsfiguren te gehoorzamen, zelfs wanneer deze gehoorzaamheid zou leiden tot het toebrengen van pijn aan anderen.

De Opzet van het Experiment

Milgram was geïnspireerd door de processen van nazi-oorlogsmisdadigers na de Tweede Wereldoorlog, in het bijzonder de verdediging dat zij “alleen maar bevelen opvolgden.” Hij wilde begrijpen hoe gewone mensen in staat waren om gruwelijke daden te begaan onder druk van autoriteit.

Via een krantenadvertentie werden (betaalde) deelnemers voor een “geheugenstudie” aan de Yale-universiteit geworven. De uitgekozen deelnemers waren mannen van 20 tot 50 jaar oud, met diverse opleidingsachtergronden.
De deelnemers (ook wel ‘leraren‘ genoemd) kregen te horen dat het doel was om het effect van straf op leerprestaties te onderzoeken. Zij werden geïnstrueerd om elektrische schokken toe te dienen aan een andere persoon (de ‘leerling‘) telkens wanneer die een fout maakte in een woordassociatie-taak. In werkelijkheid was de “leerling” een acteur die geen echte schokken ontving, en de schokmachine was nep. De schokken zouden variëren in intensiteit van 15 volt (mild) tot 450 volt (gevaarlijk hoog).

De “leraar” zat in een aparte kamer van de “leerling” en kon de reacties van de leerling alleen horen. Naarmate het experiment vorderde, begon de leerling schijnbaar meer pijn te ervaren en begon hij te schreeuwen, om genade te smeken, en uiteindelijk stil te worden, alsof hij het bewustzijn had verloren. De deelnemer kon op elk ogenblik met het experiment stoppen. Als hij ophield, of zei te willen ophouden, reageerde de leider van het experiment met vier gestandaardiseerde antwoorden in een vaste volgorde:

  1. Gaat u maar verder.
  2. Het is noodzakelijk voor het experiment dat u doorgaat.
  3. Het is absoluut essentieel dat u doorgaat.
  4. U hebt geen keuze, u moet doorgaan.

De toon die de onderzoeker aansloeg was steeds vastberaden, maar niet onbeleefd. Wanneer de proefpersoon nog steeds weigerde verder te gaan na deze vier aanmoedigingen was het experiment voorbij. Om te kunnen stoppen beloofden sommige deelnemers dat zij het geld zouden teruggeven dat hen in het vooruitzicht was gesteld.

Resultaten van het Experiment

De resultaten van het Milgram-experiment waren zowel verrassend als schokkend. Milgram ontdekte dat een meerderheid van de deelnemers, ondanks hun zichtbare ongemak en bezorgdheid, doorging met het toedienen van schokken wanneer hen werd verteld dit te doen. Veel deelnemers vertoonden tekenen van stress en emotioneel conflict, zoals zweten, zenuwachtig lachen en trillen, maar de meerderheid bleef de instructies van de autoriteit volgen.
65% van de deelnemers ging door tot het maximale niveau van 450 volt, zelfs nadat de leerling volledig stil was geworden, wat impliceerde dat hij bewusteloos of erger was.

Psychologische Interpretaties

Voordat het experiment werd uitgevoerd, vroeg Milgram medepsychologen wat zij verwachtten dat de resultaten zouden zijn. Zij geloofden eenstemmig dat slechts een paar sadisten bereid zouden zijn om de maximumspanning van 450 volt te geven. Dit is niet wat gebeurde.
Volgens Milgram was de bereidheid van mensen om schokkende bevelen uit te voeren niet noodzakelijk het gevolg van sadisme of wreedheid, maar eerder van sociale conditionering.

Mensen worden vaak gesocialiseerd om gezag te respecteren, of het nu gaat om ouders, leraren, of werkplekbazen. Dit sociale leren kan hen ertoe brengen bevelen uit te voeren, zelfs wanneer deze in strijd zijn met hun persoonlijke ethiek. In de context van het experiment vertrouwden de deelnemers op de onderzoeker als een autoriteit en namen aan dat deze persoon wist wat het beste was, zelfs als hun geweten zei dat ze moesten stoppen.

Ethiek en Kritiek

Hoewel het Milgram-experiment belangrijke inzichten verschafte, werd het ook zwaar bekritiseerd, met name vanuit ethisch oogpunt. De deelnemers werden blootgesteld aan aanzienlijke emotionele stress, omdat ze geloofden dat ze een ander persoon ernstige pijn toebrachten. Tegenwoordig zouden dergelijke experimenten waarschijnlijk niet door ethische commissies worden goedgekeurd vanwege de schade die ze kunnen veroorzaken aan de deelnemers, ondanks het feit dat ze uiteindelijk geen echte schade aan anderen toebrachten.

Veel critici hebben erop gewezen dat de deelnemers na afloop van het experiment psychologische schade kunnen hebben opgelopen door te ontdekken waartoe ze in staat waren.
Hoewel Milgram na het experiment uitgebreide debriefings uitvoerde om de ware aard van de studie uit te leggen en om eventuele negatieve effecten te verminderen, blijft het experiment een van de meest controversiële in de geschiedenis van de psychologie.

Milgram publiceerde zijn resultaten in 1963 in een artikel getiteld Behavioral study of obedience . Later werd het experiment samengevat in zijn boek Obedience to Authority: An Experimental View uit 1974.

Gina Perry wierp in 2012 een nieuwe blik op Milgrams resultaten. Volgens haar leed hij te veel aan tunnelvisie. Een betere conclusie zou zijn geweest dat slechts de helft van de deelnemers volledig geloofde dat het experiment echt was, en dat twee derde van deze goedgelovigen ongehoorzaam was.

De positieve reacties zoals gerapporteerd door Milgram waren niet wat Gina Perry vond toen ze studiesubjecten een halve eeuw later interviewde. Ze vernam van velen dat ze gemengde gevoelens hadden of zelfs nog ontzetting en woede. De ‘de-hoaxing‘-procedure van Milgram bleek bij lange na niet zo systematisch te zijn geweest als hij voorwendde. Honderden deelnemers gingen huiswaarts in de veronderstelling dat ze effectieve schokken hadden toegediend.
Eén gesprekspartner van Perry vertelde zelfs dat hij nog twee weken de overlijdensberichten had doorgenomen op zoek naar zijn slachtoffer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *