Het mysterie van Newgrange

Newgrange (Iers: Dún Fhearghusa) is de bekendste prehistorische vindplaats van heel Ierland.
Het is een van de graftombes (een ganggraf) van het Brú na Bóinne-complex in het landsdeel County Meath, zo’n 50 kilometer ten noorden van de stad Dublin, en werd in 1993 geplaatst op de lijst van cultureel erfgoed van de UNESCO.

Volgens de resultaten van koolstofdateringen werd het bouwwerk zo’n 3200 v.Chr. gebouwd, wat het circa 600 jaar ouder maakt dan de piramides van Gizeh in Egypte, en zo’n 900 jaar ouder dan  Stonehenge in Engeland.

Achtergrond

De heuvel waarop de graftombe gelegen is, was volgens archeologen eeuwenlang een plaats van religieus en strategisch belang. Niet alleen bevinden zich op de heuvel her en der tekenen van offerlocaties, maar ook is vanaf de heuvel de wijde omtrek goed te zien.
De aanwezigheid van de grafkelder is niet altijd bekend geweest. Eeuwenlang lag de grafkelder verborgen onder zand en stenen, totdat Charles Campbell, een koopman uit Dublin, in 1699 het terrein verwierf om bouwstenen voor de aanleg van wegen te winnen. Zijn arbeiders ontdekten eigenaardige inkepingen op een steen en vonden een ingang onder de stenen. Ze beschreven dit als een grot.
Toevallig was de conservator van het Ashmolean Museum in Oxford in de buurt. Hij tekende een eerste plattegrond. In 1773 verscheen een eerste deskundige beschrijving in het Britse tijdschrift “Archaeologia“.

Veel bescherming voor de ontdekking was er echter niet. Mensen konden de tombe van binnen bekijken, en wie nu de tombe bezoekt, ziet dan ook veel “graffiti” van vroegere bezoekers die meer dan 100 jaar geleden hun naam met een jaartal in de rotswand kerfden.

In de 20e eeuw werd besloten dat Newgrange in zijn oude glorie hersteld moest worden.
Onder supervisie van professor Brian O’Kelly, van het archeologisch departement van de Universiteit van Cork werd het monument tussen 1962 en 1975 gerestaureerd, en probeerde men het weer het aangezicht te geven dat het gehad zou kunnen hebben toen het gebouwd werd.
De binnenkant van de tombe is daarbij intact gelaten, terwijl de buitenkant grondig is aangepast. De heuvel is met hoogveen bedekt, en de voorkant is opgetrokken in de vorm van een wand met witte stenen. Hoewel middels onderzoek geprobeerd is om dit zo authentiek mogelijk te doen met de materialen die op de heuvel lagen en vermoedelijk van de tombe afkomstig waren, is het niet zeker of de tombe er ook daadwerkelijk zo heeft uitgezien.

In de Ierse mythologie is Newgrange, samen met andere neolitische tombes in de omgeving, de verblijfplaats van de Sídhe1. Ook zou Newgrange de begraafplaats van Keltische opperkoningen zijn.
Een verhaal over de begrafenis van Cormac mac Airt is veelbetekenend: hij zou zijn bekeerd tot het Christendom voor Sint Patrick in Ierland kwam. Cornac wilde niet begraven worden op de koninklijke begraafplaats aan de Boyne (ofwel Newgrange), omdat hier heidense rituelen aan verbonden waren. Hij werd begraven in Ros na Righ.

Buiten de tombe

Newgrange heeft een diameter van circa 80 meter en is 11 meter hoog. De heuvel is opgebouwd uit stenen die uit de omgeving afkomstig zijn. Deze steenhoop wordt cairn genoemd en weegt zeker 200.000 ton. Het heeft generaties gekost om Newgrange te bouwen. De moderne bezoeker raakt van het imposante bouwwerk onder de indruk. Op de prehistorische buurstammen moet het zeker hetzelfde effect hebben gehad.

Newgrange is een cirkelvormige grafheuvel en is bedekt met veen en begroeid met gras. Er is één ingang, die afgeschermd wordt door drie grote stenen, waar overheen geklommen moet worden om de grafheuvel te kunnen bekijken. Op de middelste steen is megalithische kunst te zien. Dit kunstwerk omvat onder meer een drievoudig spiraalmotief en enkele zigzagvormen. De betekenis van het kunstwerk is onbekend, er zijn verschillende theorieën over.

Er zijn ook voor de steentijd typerende grafgiften gevonden, zoals vuurstenen pijlpunten, gepolijste stenen bollen en stukjes van stenen sieraden. Deze geven aan dat de grafheuvel voor mensen van hoog aanzien was bestemd.

Newgrange is altijd meer geweest dan ‘gewoon een graf’. Het was waarschijnlijk tevens een centrum van grote spirituele, ceremoniële en religieuze betekenis, en bleef dat zelfs lang nadat de oorspronkelijke bouwers overleden waren. Zo zijn er Romeinse munten in de buurt gevonden die dienden als votiefgeschenken aan goden. Verder werd in de bronstijd (ca. 2000 v.Chr.) een grote steencirkel, vergelijkbaar met Stonehenge, om de grafheuvel gebouwd, die mogelijk een ceremonieel doel had.

In de tombe

Om de grote stenen – en met name de ingekerfde tekeningen erop – te beschermen, is er in de 20e eeuw een houten trap gebouwd die bezoekers over de stenen heen naar de ingang van de tombe leidt. Desondanks schijnt de tekening, tezamen met die op de andere stenen rondom Newgrange, de afgelopen decennia vervaagd te zijn.

De smalle, lage gang, die door archeologen op enkele punten met dwarsbalken verstevigd is, leidt omhoog door een 18 meter lange gang, naar een grafkamer met drie nissen: rechts, links en voor. Volgens archeologen beelden deze drie nissen respectievelijk het hiernamaals, het aardse leven en de onderwereld uit.

De nis rechts wordt gekenmerkt door megalithische tekens aan de bovenkant van de nis, dezelfde tekens die buiten de grafkelder ook te zien zijn. Op de bodem van de nis bevindt zich een komvormige steen, waar archeologen resten hebben gevonden van vijf personen.
In de nis aan de linkerkant bevinden zich op de wanden aan de zijkant tekeningen die doen denken aan een vis en een plant, en die waarschijnlijk de natuur symboliseren. Op de bodem van de nis bevindt zich een grote platte steen.

De nis aan de voorkant is de grootste. Op de vloer ligt een grote platte steen in stukken. Vermoedelijk is deze steen aan stukken geslagen door een premiejager van enkele eeuwen terug, die – verleid door verhalen die de ronde deden – het idee had dat er onder deze steen goud te vinden was.

Tegenwoordig wordt de tombe van binnen verlicht. Zonder kunstlicht zou het stikdonker zijn in de tombe. Slechts een paar keer per jaar, in de vijf dagen rond de midwinternacht op 21 december, valt een lichtstraal de tombe binnen. Dit is het moment dat megalithische techniek en natuur op sensationele wijze samenkomen, als een lichtschacht te zien is, die zich 19 meter de gang en uiteindelijk de kamer in licht baadt.

Newgrange is daarmee het oudste bekende monument ter wereld dat zo precies is afgestemd op de baan van de zon. Men vermoedt dat de bouwers de zon aanbaden of geloofden dat de zonnestralen de geesten van de dode stamleiders zouden wegvoeren.

Bijzondere megalitische kunst

Newgrange is niet alleen uitzonderlijk door zijn leeftijd, omvang en functies. De monumenten in de Boynevallei bevatten ook de meest bijzondere megalithische kunst van West-Europa. In veel van de grote stenen langs en in de grafheuvels zijn geometrische motieven gekerfd, zoals driehoeken, cirkels, zigzaglijnen en spiralen.

Bij Newgrange vindt je op twee plaatsen kunst met een grote K: in een van de zijnissen in de grafkamer en op de grote ingangssteen. In de grafkamer vinden we de unieke en wereldberoemde driedubbele spiraal. De steen voor de ingang is het mooist gedecoreerd en moet een belangrijke functie hebben gehad.
Er zijn ruiten en vijf spiralen in uitgebeiteld. De kunstenaar was een echte vakman: hij heeft bogen uitgehakt, waardoor er meer spiralen lijken te zijn dan daadwerkelijk het geval is.

Wetenschappers proberen de Ierse megalithische kunst te koppelen aan die van Bretagne, Kreta, Spanje en Scandinavië. Toch weet niemand daadwerkelijk waar de Ierse ganggrafkunstenaars hun inspiratie vandaan haalden. Ook over de betekenis van de motieven tast men nog altijd in het duister.

Er is nog een aspect dat Newgrange heel bijzonder maakt: de bouwers waren ook zeer goede ingenieurs. Tijdens de belangrijkste opgravingen werd ontdekt dat de tombe in de grafheuvel na 5000 jaar nog helemaal intact was. Het dak heeft zelfs nog nooit gelekt. Dat komt omdat de bouwers het dak schuin lieten aflopen en kanalen in de stenen aanbrachten zodat het water kon wegvloeien.

Het blijft een mysterie wie Newgrange en de andere monumenten hebben gebouwd, waarom en hoe.
Een ding is zeker: hun vakmanschap gaat ons bevattingsvermogen ver te boven.


1 Sidhe is de Ierse naam van wezens uit de Ierse mythologie die in vertaling vaak  feeën, elfen of goden  genoemd worden. Ze zouden afkomstig zijn uit een bovennatuurlijke wereld die onder andere te bereiken zou zijn via de zogenaamde elfenheuvels, sprookjesheuvels, dolmen of toverterpen (Oudiers: síd).
De sídhe worden over het algemeen beschreven als mooi en goed gekleed en hebben vaak bepaalde bovennatuurlijke talenten. Dieren van de sídhe zijn in de literatuur meestal te herkennen aan hun witte huid en rode oren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *