Lente!

Wordt de lente aangekondigd door de eerste Winterkoning op je balkon? Wat mij betreft hier in Alphen aan den Rijn wel:

Winterkoninkje op ons balkon

Het lijkt er op dat hij bezig is met het bouwen van een nest in de conifeer vlakbij, dus we zullen vast nog meer horen en zien van het gezinnetje dat hij gaat stichten.

Winterkoning

Eurasian Wren, Nannus troglodytes – Winterkoningen (Troglodytidae)

Volgens de Vogelbescherming Nederland is het een van de meest algemene broedvogels in Nederland.
Het is een bijzonder kleine vogel, met luide zang. Hij is, vreemd genoeg ondanks zijn naam, niet bestand tegen koude winters.

Karakteristiek is de opstaande staart. Verder is hij klein, bruin en met lichte wenkbrauwstreep.
De winterkoning vliegt met snelle vleugelslagen laag boven de grond van struik naar struik. Hij komt wat nerveus over met een steeds opwippende staart. Hij heeft een kleine spitse snavel en fijne pootjes. Zijn zang is luid en explosief, het is een combinatie van trillers en heldere klanken.

Hij broedt van half april tot in juli en heeft twee legsels per jaar, die bestaan uit 5-7 eieren. Over het uitbroeden doen ze 13-15 dagen. Hun nest is bolvormig met veel mos, met aan de zijkant een opening. Het mannetje maakt meerdere nesten, waarna het vrouwtje uiteindelijk één nest uitkiest om in te broeden. Als het vrouwtje op de eieren zit, probeert het mannetje een ander vrouwtje te lokken in één van zijn andere nesten. De jongen zitten 15-19 dagen op het nest en worden tot 18 dagen na uitvliegen nog gevoerd door beide ouders.

De winterkoning komt in het hele land als broedvogel voor. Vooral in de bosrijke streken van de hogere zandgronden komt de soort veel voor, maar ook in boomrijke woonwijken en in moerassen en duinen met veel struweel. Als er voldoende groen aanwezig is, komt de winterkoning ook voor tot in de centra van grote steden.
Winterkoningen zoeken hun voedsel in en nabij struikgewas, meestal op of laag boven de grond.

Met hun fijne snavel zijn ze gespecialiseerd in het eten van kleine insecten, rupsen, spinnetjes, larven en zaadjes. Ook uit kleine spleten in bijvoorbeeld schors kunnen zij allerlei eiwitrijk gedierte peuteren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *