Michelangelo, Vitruvius en het Pantheon

Het Pantheon vormt het hoogtepunt in de ontwikkeling van de Romeinse koepelbouw. Met deze koepel bereikten de Romeinen de grens voor het overspannen van ruimten in metselwerk en ongewapend beton. Zelfs de koepel van de Dom van Florence en van de Sint-Pieterskerk in Vaticaanstad zijn met hun overspanning van 42 meter kleiner dan de koepel van het Pantheon.

Michelangelo en Sint Pieter

Het verhaal gaat dat Michelangelo, verantwoordelijk voor de (ver-)bouw van de Sit-Pieterskerk, bewust de diameter van de koepel kleiner heeft gelaten dan die van het Pantheon, als teken van respect voor de bouwer van toen!

Koepel van de Sint Pieter in Vaticaanstad

Blijkbaar werd de afmeting van het Pantheon als een limiet beschouwd. Pas in 1912 werd met een steenachtig materiaal een grotere koepel gebouwd, die van de Jahrhunderthalle in het toenmalige Breslau (thans Wroclaw): een koepel in gewapend beton met een inwendige diameter van 65 meter. (De tentoonstellingshal van het CNIT in Parijs, gebouwd in 1958, is nog steeds recordhouder: de betonnen schaalconstructie heeft een overspanning van 219 meter.)

CNIT in opbouw te Parijs

Het koepelgewelf was een karakteristiek structuurelement van de Romeinse bouwkunst en vormde de laatste fase in de ontwikkelingsreeks van de rondboog, via het tongewelf naar de halve-bolkoepel.
Het toe te passen constructiesysteem was ook verbonden met, en gelimiteerd door, de beschikbare constructiematerialen en -technieken.

Romeinse bouwmateriaal

Door de Romeinen was een bouwmateriaal ontwikkeld, het zogenaamde opus caementicum (opus = werk; caementa = steenbrokken), waarbij kleine, (on)regelmatige natuur- en baksteenbrokken (= caementa) werden verbonden door een mortel samengesteld uit kalk, zand en puzzolaanaarde (van vulkanische afkomst, heeft dezelfde hydraterende eigenschappen als cement, en werd gevonden in de omgeving van Rome).
Het recept hiervoor werd gegeven door Vitruvius in zijn 10 delige werk over Archtectuur.

Vitruvius (rechts) onderwijst over bouwkunst

Met dit recept werd een homogene steenachtige structuur gemaakt, vergelijkbaar met het ons bekende ongewapende beton, die aan de zichtzijde werd afgewerkt met een gladde laag metselwerk of een pleister.
De toegepaste materialen voor de koepel zijn uitstekend geschikt voor de opname van drukkrachten.

Het moderne beton heeft een levensduur van ongeveer 120 jaar: het Romeinse beton van het Pantheon, maar ook het Colosseum en de markten van Trajanus gaat al bijna 2000 jaar mee, en heeft zelfs diverse aardbevingen, die zich ter plaatse de afgelopen eeuwen hebben voorgedaan, doorstaan.

Zo zijn er bijvoorbeeld tussen 443 en 1979 maar liefst 1414 aardbevingen geteld in Rome, waarbij vele gebouwen onherroepelijk beschadigd zijn geraakt. Twintig van deze bevingen hadden hun seismologisch centrum in Rome. De zwaarste beving vond plaats in 1812: hij had een kracht van zeven op de schaal van Richter.


Hoe is dit mogelijk? Zie daarvoor de volgende berichten waarbij we gebruik maken van teksten van Professor Herwijnen en een master scriptie van Steffie Oostendorp.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *