We hebben het plan opgevat om een vakantie op Rhodos in juni te combineren met mijn deelname aan het aldaar gehouden World Chess Festival.
Rhodos stad op het eiland Rhodos
Rhodos-stad is de hoofdstad en de grootste bezienswaardigheid van het eiland Rhodos. De stad met haar vesting en kasteel ligt aan de noordkust van het eiland. De historische oude stad heeft nog vele middeleeuwse invloeden en staat sinds 1988 op de lijst van het Werelderfgoed van Unesco.
Er staan in Rhodos stad verschillende Byzantijnse kerken, Turkse moskeeën en het Paleis van de Grootmeesters! Vooral dat laatste spreekt een schaker natuurlijk enorm aan.
De oude middeleeuwse stad is ongetwijfeld het meest indrukwekkende deel van Rhodos-stad. Door de vier kilometer lange stadsmuren is de Oude stad vanaf de buitenkant net een groot kasteel. Wandelend door de oude stad waan je jezelf terug in de middeleeuwen. Elf poorten geven toegang tot de stad.
De ‘culturele hoofdstraat’ van Rhodos-Stad is de Ridderstraat. Deze schuin oplopende straat voert je vanaf het hedendaagse Archeologisch Museum naar het Paleis van de Grootmeesters. Deze laatste is absoluut een van de hoogtepunten van Rhodos-Stad. Het werd in de middeleeuwen gebouwd door de Johannieters en vorige eeuw flink opgeknapt door de Italiaanse leiders. Zij maakten er hun zomerverblijf van. Nu doet het dienst als museum en kun je er muren vol wapenschilden van ridders bewonderen.
Oorsprong
De stad Rhodos werd in de 5e eeuw voor Christus gesticht door de drie onafhankelijke stadstaten Lindos, Jalissos en Kamiros, die het eiland Rhodos onderling verdeeld hadden. De nieuwe stad moest de samenwerking tussen de drie stadstaten bezegelen en was bedoeld om sterker tegenover de buitenwereld te staan. Het idee werd ingegeven door de gevaren van de Peloponnesische Oorlog.
De nieuwe stad werd gesticht op het grondgebied van de stad Jalissos, aan de uiterste noordpunt van het eiland. De stad was gunstig gelegen en beschikte over vijf havens. Commercieel succes volgde snel en in de Hellenistische tijd werd een inwonertal van meer dan 100.000 bereikt. Daarmee was de stad een van de grootste van haar tijd.
In de machtsstrijd die na het overlijden van Alexander de Grote tussen zijn generaals ontstond, koos Rhodos voor het Egypte van Ptolemaios. en deze keuze was verantwoordelijk voor het economische succes van Rhodos.
Rhodos, vanouds gunstig gelegen op een kruispunt van de handelsscheepvaart, wist optimaal te profiteren van de strategische keuze voor Egypte. Maar de keus voor de ene generaal (diadoch) betekende automatisch een keus tegen een andere diadoch; Demetrius Poliorcetes (Demetrius de stedendwinger). Deze maakte aanspraak op de Macedonische troon, en nam Rhodos’ keuze voor Egypte zeer kwalijk. Om stad en eiland aan zich te onderwerpen voer hij in 305 v.Chr. met een grote vloot en een invasieleger uit. Door middel van katapulten op hoge belegeringstorens werden enorme stenen projectielen de stad ingeschoten. Deze veroorzaakten dood en verderf, maar braken het moreel van de bevolking niet.
In 304 v.Chr. gaf Demetrius zijn pogingen op en liet de belegeringstorens achter. Om de overwinning te vieren gebruikten de inwoners van Rhodos de bronzen platen die op de torens waren bevestigd om er een beeld van te laten smeden. Dit beeld werd door de beeldhouwer Charis van Lindos gemaakt en stelde de beschermgod van Rhodos, de zonnegod Helios (Ilios), voor. Het werd beroemd als de Kolossus van Rodos. Dit beeld bestaat niet meer, maar nog wel kan men overal in en rond de oude stad van Rhodos grote stenen kogels aantreffen. Dit zijn de achtergebleven projectielen van de belegering.
Behalve om de vele beelden die het stadsbeeld verfraaiden, stond Rhodos bekend om zijn redenaars-school. Deze was befaamd in de hele antieke wereld. Vooral rijke Romeinen bezochten de school in Rhodos als afsluiting van hun opleiding. Bekende Romeinen die de redenaarsschool van Rhodos bezochten waren onder meer Julius Caesar en Cicero. De latere Romeinse keizer Tiberius woonde zelfs zeven jaar op het eiland.
Johannieters en Turken
Na verval in de Byzantijnse tijd, veroverden de Johannieterridders1 in 1309 stad en eiland. Zij vestigden er een kruisvaarders staat die het meer dan 200 jaar zou uithouden. Pas in 1522 viel Rhodos in handen van de Turken. De ridders moesten Rhodos uiteindelijk op 1 januari 1523 verlaten. De vestingwerken en andere bouwwerken die de ridders achterlieten vormen nu de voornaamste attractie van de stad. De nog geheel ommuurde stad is een der best bewaard gebleven vestingsteden ter wereld.
De Turkse heerschappij duurde tot 1912 en liet relatief weinig sporen na: enkele moskeeën (veelal omgebouwde kerken), een badhuis en een Turkse bibliotheek.
Italianen
In 1912 bezetten de Italianen de eilanden van de Dodekanesos, waaronder Rhodos. In een poging om in korte tijd een stevig gevestigd Italiaans koloniaal rijk te bouwen, werd een grootschalig bouwprogramma ondernomen. Langs de haven werden openbare gebouwen neergezet aan een allee die kon dienen voor militaire parades. In de jaren twintig werden vooral gebouwen opgetrokken in een fantasierijke stijl die Moorse, Turkse, Venetiaanse en ridderelementen combineerde. De architect van de meeste van deze gebouwen was Florestano di Fausto, die ook in Libië (Tripoli) werkte. Voorbeelden van zijn werk zijn het op het Dogepaleis geïnspireerde Gouverneurspaleis (Nomarchia), de Bank of Greece en het postkantoor. In de fascistische periode werd er in een strengere, sobere stijl gebouwd. Voorbeelden zijn het gemeentehuis en het theater, beide van de architect Armando Bernabiti.
In 1943 namen de Duitsers het gezag over van de Italianen. Onder het Duitse bewind werd het grootste deel van de uit zeventienhonderd zielen bestaande Joodse gemeenschap gedeporteerd om om te komen in de Duitse concentratiekampen. Na de overgave van de Duitsers, bestuurden de Engelsen het eiland tot 1948 waarna de Dodekanesos bij het Griekse koninkrijk werden gevoegd.
1 De orde vond zijn oorsprong in een hospitaal in Jeruzalem dat gewijd was aan Johannes de Doper. Sindsdien is Johannes de Doper de schutspatroon van de orde. Het hospitaal was gebouwd in 1023 voor de vele pelgrims die naar Jeruzalem trokken. Het was door kooplui uit Amalfi financieel mogelijk gemaakt en werd in eerste instantie geleid door benedictijnen. Het hospitaal diende ter verzorging van noodlijdende pelgrims. In 1113 veranderde de koning van Jeruzalem de status van de hospitaalbroeders in een militaire orde. Zij legden wel de geloften van armoede, kuisheid en gehoorzaamheid af en paus Paschalis II bevestigde hen in hun orde en bezit. Zo ontstond de Orde van Sint Jan van Jeruzalem.
De doelstellingen van de nieuwe orde waren het beschermen en verplegen van pelgrims. Die bescherming bleek een militaire zaak en Raymond du Puy de Provence, de tweede grootmeester van de orde, nam de reorganisatie daartoe ter hand. Ridders vervulden voortaan die beschermende, militaire taak, kapelaans de zuiver geestelijke en priesterlijke taken en de dienende broeders de verzorgende en huishoudelijke taken. De Orde van Sint Jan werd zo een ridderorde (Ordo militaris Sancti Johannis Baptistae Hospitalis Hierosolymitani) en de ordeleden werden johannieters genoemd.
Door de oprukkende Ottomanen en de val van de door de Kruisvaarders gestichte landen zag de orde zich enkele keren genoodzaakt te verhuizen, achtereenvolgens naar Akko in 1191, naar Cyprus in 1291 en naar Rhodos in 1309. In 1522 werden ze na een beleg van 6 maanden door Süleyman I van Rhodos verdreven en zwierven de ridders zeven jaar door Zuid-Italië. In 1530 kende keizer Karel V het eiland Malta aan de Orde toe. Hiervan stamt ook de naam Maltezer Ridders.