Sir Walter Scott

Recent was ik een paar dagen in Edinburgh en twee personen uit de Schotse geschiedenis zijn me bijgebleven door de verhalen van onze gids: Mary, Queen of Scots (Maria I van Schotland) en Sir Walter Scott.

Over Maria zal ik in een later bericht vertellen, nu is Walter aan de beurt.

Walter Scott werd in 1771 in Edinburgh geboren en was een Schots dichter en schrijver en vooral bekend vanwege zijn historische romans. Ik kende hem in eerste instanties van de Ivanhoe1 verhalen die in zwart/wit op televisie te zien waren met Roger Moore in de titelrol.

Studie, beroep en huwelijk

Scott studeerde aan de universiteit van Edinburgh en volgde zijn vader op in de advocatuur. Na een aantal niet beantwoorde liefdes, die hem zijn leven lang niet meer zouden loslaten, huwde hij in 1797 met Charlotte Mary Carpenter, de dochter van een Frans refugé. Hij werd in 1799 sheriff van Selkirkshire en later griffier van de hoogste Schotse rechtbank, posten die hij tot het einde van zijn leven zou bekleden.

Literair werk

Scotts eerste literaire activiteiten betroffen vertalingen uit het Duits, onder andere Götz von Berlichingen van Goethe (1799). Zijn eerste succes had hij met poëtisch werk, met name met zijn driedelige The Minstrelsy of the Scottish Border (1802-1803) – een verzameling historische balladen – en de lange gedichten The Lay of the Last Minstrel (1805), Marmion (1808), The lady of the lake (1810), Rokeby (1813) en The lord of the isles (1815), die alle verhaalden over historische Schotse gebeurtenissen.

Met het verschijnen van The Lady of the Lake (1809), een geromantiseerd verhaal over de ontmoeting van koning James V met de dochter van zijn vijand Ellen Douglas, begon zijn roem als romanschrijver en verhalenverteller. Deze roem steeg tot grote hoogten met het verschijnen van een lange reeks historische romans, die in twee categorieën verdeeld kunnen worden:

  • op de eerste plaats de romans die zich bezighouden met de Schotse geschiedenis, door Scott Tales of my Landlord genaamd; hieronder vallen onder andere
    The Heart of Midlothian (1818, het verhaal van de valselijk van kindermoord beschuldigde Effie Deans tegen de achtergrond van de Porteous-oproer van 1736), en 
    The Bride of Lammermoor (1819, het tragische liefdesverhaal van Lucy Ashton en de vijand van haar familie Edgar Ravenswood);
  • op de tweede plaats schreef hij een groot aantal romans die ontleend zijn aan de Engelse en continentale geschiedenis, de Waverley-romans genaamd, waarvan Ivanhoe (1820), Kenilworth (1821, over Amy Robsart) en Quentin Durward (1823) het meest bekend zijn.

In 1826 kreeg Scott te maken met een grote financiële schuld, ontstaan na het bankroet van de uitgeverij Ballantyne, waarvoor hij mede aansprakelijk was. Dit leidde tot een steeds snellere productie, waar de kwaliteit van zijn latere romans nadrukkelijk onder te lijden had. Er wordt wel gezegd dat zijn grote literaire productie aan het einde van zijn leven zijn dood mede heeft bespoedigd. Na zijn dood konden zijn erfgenamen evenwel zijn schuld volledig delgen met de verkoop van zijn auteursrechten.

Sir Walter Scott is in 1832 overleden en ligt begraven – zoals het zijn wens was – in een tombe op het terrein van Dryburgh Abbey, gelegen aan de rivier de Tweed in de regio Scottish Borders.

Literaire waardering

Scott werd reeds tijdens zijn leven gezien als een der grootste schrijvers uit de wereldliteratuur. Hij heeft grote invloed gehad op latere literaire grootheden als Victor Hugo, Alexandre Dumas père, Aleksandr Poesjkin, Lev Tolstoj, Alessandro Manzoni en in België Hendrik Conscience.
Naar hedendaagse maatstaven worden zijn romans vaak als te lang ervaren, met te veel zijpaden en wel erg conventionele, vaak aangeplakte eindes. Er is weinig aandacht voor suggestieve en psychologische aspecten. Ondanks de romantische context waarin hij zijn helden plaatst accepteert hij de mensen zoals ze zijn, zonder veel ontwikkeling.
Zijn werken kenmerken zich daarentegen nog steeds door veel beweging en pathos.
Scott is een rasverteller en met name ook in bewerkingen voor de jeugd en als basis voor verfilmingen hebben veel van zijn boeken de tand des tijds tot op de dag van vandaag weten te doorstaan.

Zoektocht naar de kroonjuwelen

Op aandringen van Scott gaf de prins-regent (de toekomstige George IV) Scott en andere functionarissen toestemming in een koninklijk bevel van 28 oktober 1817 om een zoektocht naar de kroonjuwelen (“Honours of Scotland“) uit te voeren.
Tijdens het protectoraat onder Cromwell waren deze verborgen, maar later gebruikt om Charles II te kronen. Ze werden niet gebruikt om latere monarchen te kronen, maar werden regelmatig meegenomen naar zittingen van het parlement, om de afwezige monarch te vertegenwoordigen, tot de Act of Union 1707. Die eerbewijzen werden dus steeds opgeslagen in Edinburgh Castle, maar waren meer dan 100 jaar onvindbaar. Er deden verhalen de ronde dat ze “verloren” of verwijderd waren.
Op 4 februari 1818 openden Scott en een klein militair team een verborgen kamer in Edinburgh Castle en troffen daar de kroonjuwelen aan. Op 19 augustus 1818 werd zijn vriend Adam Ferguson, dankzij de inspanningen van Scott, benoemd tot plaatsvervangend bewaarder van de “Scottish Regalia“.
Het Schotse patronagesysteem kwam nu in actie en na uitgebreide onderhandelingen verleende de prins-regent Scott de titel van baron. In april 1820 werd hij Sir Walter Scott.

Scott’s orkestratie van het bezoek van koning George IV aan Schotland, in 1822, was een cruciale gebeurtenis die bedoeld was om de positieve aspecten van het verleden te accentueren en tegelijkertijd het tijdperk van quasi-middeleeuws bloedvergieten af te sluiten, en de blik te richten op een nuttiger, vreedzamere toekomst.

Monument

In Edinburgh is de 61 meter hoge Victoriaanse gotische torenspits van het Scott Monument ontworpen door George Meikle Kemp. Het monument werd voltooid in 1844, 12 jaar na de dood van Scott, en domineert de zuidkant van Princes Street.

Sir Walter Scott Monument in Edinburgh

1 Ivanhoe is de aanzet geweest voor een geheel nieuw genre, namelijk de historische roman. Daarna verschenen er in Europa romans als “De Leeuw van Vlaanderen” van Hendrik Conscience en “De drie musketiers” van Alexandre Dumas père. Het zijn romans die een fictief verhaal vertellen in een historisch correct decor. Maar de tegenstellingen die in een spannend verhaal worden opgevoerd. zijn meer chauvinistische uitlatingen dan historisch correcte gebeurtenissen. En dan is het natuurlijk belangrijk om te weten wie de “goeden” en de “slechten” zijn. In Ivanhoe zijn de Saksen (Engelsen) goed, rechtvaardig en eerlijk. De Normandiërs (Fransen) daarentegen zijn arrogant, onbeleefd en vals.

In 1958 werd er een televisieserie Ivanhoe gemaakt, waarbij de avonturen van de ridder met schildknaap Gurth en zijn zoon Bart slechts losjes op het boek gebaseerd zijn. De hoofdrol werd gespeeld door de jonge Roger Moore. De serie werd in 1961 uitgezonden door de KRO.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *