De Rosetta steen van Amerika

Het museum Museo de los metales preciosos in La Paz (Bolivia) herbergt een belangrijk artefact: de Fuente Magna schaal, ook wel de steen van Rosetta van Amerika genoemd.
Aan de buitenkant heeft de schaal de typische indianendecoratie van dieren, maar het is de binnenkant die tot de verbeelding spreekt. Hier staan twee onleesbare teksten gegraveerd.
De uit steen gehakte schaal werd in 1950 door een geestelijke gevonden op een boerderij in een gebied bij het Titicacameer, waar nooit eerder archeologisch onderzoek was gedaan. Een jaar of acht sierde de schaal de plaatselijke kerk, totdat de Boliviaanse archeoloog Don Max Portugal-Zamora er van hoorde. Hij bracht de schaal naar het museum en restaureerde kleine beschadigingen met cement.

Begin jaren 1980 onderzocht Dr. Aberto Marini de schaal en meende dat de krabbels een tekst vormden, geschreven in het spijkerschrift van de Soemeriërs. Op grond van dit gegeven concludeerde hij dat de schaal minstens 4000 jaar oud moest zijn. Marini waagde zich zelfs aan een vertaling; de tekst zou een boerengebed zijn om vruchtbaarheid over het land te brengen.

Inscripties op andere delen van de kom zijn geschreven in de oude quellca-taal, waarvan veel experts denken dat deze zijn oorsprong vindt in de Andes-pukara-beschaving, een voorloper van het beroemde Tiwanaku-rijk.

Tot 2000 besteedde niemand meer aandacht aan de schaal, totdat deze toevallig werd gefilmd tijdens een opname voor Discovery Channel: Atlantis in de Andes. Kort hierop togen enkele onderzoekers, waaronder Bernardo Biadós, naar het Titicacameer om meer informatie over de vindplaats van de schaal in te winnen. Uiteindelijk spraken zij de 98 jaar oude Maximiliano, die zelfs 50 jaar na dato op een foto de schaal herkende als de oude trog waaruit zijn varkens aten.
Hij had verder geen tijd voor de onderzoekers, maar vertelde wel dat er meerdere van die schalen waren. Zijn broer had er ook een en Maximiliano wees de vindplaats aan, een eindje verderop. Helaas was het oogstseizoen aangebroken en de gids raadde de onderzoekers aan om er niet verder op uit te trekken. Een plotselinge weersomslag zou de bijgelovige mensen vijandig maken en toekomstige expedities dwarsbomen. De onderzoekers spraken af de volgende week terug te komen.

Het verloop van het verhaal wordt nu wazig. Het lijkt erop dat Biadós foto’s van de schaal naar Dr. Clyde Winters stuurde. Waarom hij dat deed is onduidelijk, maar hij deed er goed aan, want Winters is een alleskunner. Hij studeerde sociologie en antropologie en promoveerde als onderwijspsycholoog.
Winters is aanhanger van de 60 jaar oude afrocentrische theorie, die stelt dat oude Afrikaanse beschavingen in contact stonden met culturen in de hele wereld en daar grote invloed op hadden. Hij gaat zelfs zo ver dat hij meent dat de eerste Europeanen, de eerste Grieken en de Soemeriërs allemaal Afrikaans waren.
Winters besloot door een uitgebreid onderzoek van de afbeeldingen dat de cryptische geschriften die in de Fuente Magna werden ontdekt, in een proto-Soemerische taal waren geschreven, wat zou aantonen dat de schaal minstens 5000 jaar oud was.
Winters’ vertaling van de spijkerschriftletters op het middenpaneel van de kom was als volgt:

“In de toekomst, benader de Immense Nia, een persoon gezegend met grote bescherming. De Goddelijke (Nia) zal zuiverheid, vreugde (of rust) en karakter inboezemen. Dit heilzame orakel is voor individuen die een sterk karakter, geluk (of rust) en zuiverheid willen creëren voor iedereen die het zoekt”.

“Gebruik in de tempel deze talisman (de Fuente Magna-kom) om kennis, vrede en uniek advies te geven of naar buiten te brengen.” Zalf dit deugdzame heiligdom; de leider zal een eed zweren om de juiste weg te volgen om zuiverheid en karakter vast te stellen. Oh [priester of sekteleider], zoek (of maak beschikbaar) een onderscheidend licht voor iedereen die een goed leven wil leiden.”

Nia (ook bekend als Ni-ash of Nammu) was de Soemerische godin die de hemel en de aarde baarde, volgens oude Soemerische verhalen. De kikker die aan de binnenkant van de kom wordt getoond – en die dient als het middelpunt van de kom – staat algemeen bekend onder academici als symbool voor vruchtbaarheid en is een afbeelding van de Soemerische godin Nia.

Biadós en medewerkers ontdekten op een ander beeld uit het museum, de pokotia monoliet, nog meer proto-Soemerische tekens. Ook deze tekst wist Winters probleemloos te vertalen in een stukje orakelproza.

De wetenschappelijke waarde van de fuente magna en de pokotia monoliet is moeilijk te beoordelen. Het verhaal zelf kent veel hiaten en onzekerheden. Gevestigde archeologen zien niets bijzonders in de krabbels en herkennen geen spijkerschrift, maar iconen afkomstig van een late Olmec– of vroege Mayacultuur. Niemand scheen zich af te vragen waarom de schrijvers ineens geen kleitabletten meer gebruikten. Waarom leerden de Soemeriërs het Aymaravolk niet schrijven? Waarom keerden de onderzoekers niet meer terug naar de schatplaats bij het Titicacameer?

De afrocentrische theorie is zeer omstreden en Winters wordt door velen beschouwd als een fantast. Op zich valt het niet uit te sluiten dat Afrikanen in het verre verleden ooit Zuid-Amerika hebben bereikt. Tastbare bewijzen ontbreken echter en ook DNA-onderzoek geeft geen ondersteuning voor de theorie.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *