Mens en Boom

Sinds prinses Irene jaren geleden toegaf zich bezig te houden met het fenomeen boom knuffelen werd er om gelachen. Maar talrijke mythen, alomtegenwoordig in grote beschavingen over de hele wereld, weerspiegelen een diepgeworteld geloof in een intieme verbinding tussen een mens en een boom.
Wereldwijd worden bomen gebruikt als heiligdom en in West-Europa was dit vooral in voorchristelijke tijden het geval. Bij deze bomen voerde men rituelen uit. Een Nederlands voorbeeld van een nog steeds bestaande boom is de Heilige Eik bij Den Hout (Oosterhout).

Zo bestonden er bijvoorbeeld ook lapjes- of koortsbomen, waaraan lijfgoed werd gehangen in de veronderstelling dat koorts daardoor verminderde. Anno 2005 zijn er nog steeds lapjes- of koortsbomen te vinden in het Liesbos bij Breda en bij de Sint-Walrickskapel van Overasselt.
Vergelijkbaar is de breukenboom in Yde.

Homerus

De hymne die Homerus opdraagt aan Aphrodite verkondigt dat wanneer de boom gewond raakt, de boomnimf ook pijn voelt, ‘…maar wanneer het lot van de dood nabij is, verwelken eerst die prachtige bomen waar ze staan, en verschrompelt de bast eromheen, en de twijgen vallen naar beneden, en uiteindelijk verlaten het leven van de nimf en van de boom samen het licht van de zon” aldus Homerus.

De Eik van Dodona

De oude Grieken, Egyptenaren, Mesopotamïers erkenden de verbondenheid van heilige bomen met mensen.
Het oudste Griekse orakel, de eik van Dodona in Epirus in het noordwesten van Griekenland, werd verzorgd door priesters die op de grond bij de boom sliepen1.
Tijdens de klassieke oudheid interpreteerden priesters in het heilige bos het ruisen van de eikenbladeren en mogelijk ook het koeren van de duiven in de heilige eik,.om te bepalen welke acties moesten worden ondernomen.

Het thema van hoe het leven van een persoon intrinsiek verbonden is met een boom, zodat de persoon zou lijden als de boom verdort of gewond raakt, of zelfs het concept dat een boom een externe ziel van iemands lichaam is, wordt gevonden in de oude Egyptische verhalen van twee broers rond 1185 voor Christus. In deze fabel laat een van de broers zijn hart achter op de top van de bloem van de acacia en valt dood neer als de boom wordt omgehakt.

In Mesopotamië werden dadelpalmen aanbeden omdat het een belangrijke voedselbron was. Omdat de dadelpalm tweehuizig is met mannelijke en vrouwelijke bomen, moet het stuifmeel tussen de geslachten worden overgedragen voor vruchtvorming.

Hammurabi

De oude Babylonische code van Hammurabi2 vermeldde zelfs zeer specifieke straffen voor individuen die hun dadelpalmen niet bestoven, en wees zelfs speciale bewakers aan om deze bomen met de hand te bestuiven. Deze bewakers namen een mannelijke plant, klommen in de stam van een vrouwelijke plant en smeerden het stuifmeel van de mannelijke plant op de bloemen van de vrouwelijke plant om maximale opbrengsten te garanderen.


1 Het orakel van Dodona met een eikenbos en een tempel was gewijd aan Zeus Naios en de moedergodin, hier vereerd onder de naam van Dione. Het lag in Epirus aan de voet van het gebergte Tomarós ten zuiden van het Pambotismeer, 22 km ten zuiden van Ioannina.
Het was volgens Herodotus het oudste orakel van het oude Griekenland, dat mogelijk terugging tot het 2e millennium v.Chr., en het beroemdste na dat van het Apollo-orakel van Delphi.

2 Hammoerabi, ca. 1795 – 1750 v.Chr. was de zesde koning van Babylon. Hij werd als Amoriet de eerste koning van het Oud-Babylonische Rijk, door Babylons controle over Mesopotamië uit te breiden door een reeks oorlogen met de naburige koninkrijken te winnen. Hoewel Hammurabi’s rijk heel Mesopotamië onder het juk had op het moment van zijn overlijden, waren zijn opvolgers niet in staat om het rijk in hun greep te houden. Hammurabi staat bekend om de door hem uitgevaardigde wetten, die zijn overgeleverd in de zogenaamde Codex Hammurabi, een van de eerste schriftelijke codificaties in de geschiedenis. Deze was in het Oudbabylonisch op een ca. 2,5 meter hoge stèle van zwart dioriet opgetekend, die in december 1901 werd ontdekt in Susa (in Elam), nu gelegen in Khuzestan, waar hij in de 12e eeuw v.Chr. terecht was gekomen als buit van de Elamieten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *