Archeologen gingen ervan uit dat landbouw de voorwaarde was voor complexe samenlevingen, die monumenten zoals die van Gobekli Tepe konden voort brengen.
Voordien leefden mensen als jager-verzamelaars, en men dacht dat deze volkeren geen voedsel-surplus konden genereren (wat je met landbouw wel kunt). Die extra voeding heb je nodig om andere vaklieden als steenkappers, botenbouwers, priesters, soldaten, een elite, etc. te kunnen voeden/onderhouden.
12.000 jaar oud
De monumentale constructies van Gobekli Tepe zijn 12.000 jaar oud en derhalve ouder dan de ‘uitvinding’ van landbouw. Dus dit maakt ons duidelijk dat ook zonder landbouw (en dus enkel met jacht) een complexe samenleving mogelijk is. Een samenleving die honderden mensen (steenkappers, beeldhouwers, etc.) vrijstelde om aan deze indrukwekkende structuren te werken.
Als dat mogelijk was voor Gobekli Tepe, waarom dan niet op andere plaatsen, en misschien ook nog eerder in de tijd?
25.000 jaar oud
Maar ook tijdens de laatste ijstijd hebben jager-verzamelaars monumentale constructies achtergelaten. Zoals diverse ‘mammoethuizen‘, waarvan die te Kostenki de grootste en oudste is (met een doorsnede van meer dan 10 meter, en 25.000 jaar oud). Deze cirkelvormige constructie bestaat uit de beenderen van meer dan 60 mammoeten. Nu liggen deze botten verspreid binnen de cirkel, maar oorspronkelijk zullen de mammoet- schedels en kaakbeenderen rechtgestaan hebben, en misschien bedekt geweest zijn, zodat het geheel een overdekte binnenplaats vormde. Toen dit mammoethuis, Kostenki 11 genaamd, werd gebouwd, was het merendeel van het noordelijk halfrond met ijs bedekt. Er groeiden nauwelijks bomen en de meeste mensen waren al lang geleden naar het zuiden vertrokken. Sommigen hielden echter vol. De vraag is alleen waarom ze dit mysterieuze bouwwerk hebben gemaakt.
Waarschijnlijk zal dit ‘mammoethuis‘ deels voor bereiding van voedsel gediend hebben (binnen vond met houtskoolresten van vuren), maar hoogstwaarschijnlijk had deze constructie ook een spirituele functie.
4.000 jaar oud
Ook recenter lieten jager-verzamelaars indrukwekkende sporen na. Poverty Point in Louisiana bestaat uit aarden wallen en verhogingen, die werden gebouwd tussen 1700 en 1100 VC.
De functie van deze constructies kennen we niet, maar misschien maakte dit deel uit van een handelscentrum-centrum, of ze hadden een religieuze bedoeling. Ook deze monumentale verhogingen werden gebouwd zonder landbouw.
Het zou kunnen dat meer vergelijkbare sites aan onze aandacht ontsnappen, omdat het niet altijd duidelijk is dat de verhogingen in feite menselijke constructies zijn.
Uit documenten die de Conquistadores ons nalieten, maakten we kennis met de Calusa, een rijk van jager-verzamelaars in Florida, die een 50-tal stammen overkoepelde in een koninkrijk ter grootte van Zwitserland. Die samenleving kende geen landbouw, maar ze slaagden wel in het bouwen van kunstmatige eilanden, en het bouwen van een ‘paleis’ voor hun Calus, hun koning.
Ze deden dit op basis van visvangst en het overvloedig oogsten van schelpdieren (hun kunstmatige eilanden bestonden grotendeels uit schelpresidu, ideale plaatsen om massaal zeevruchten te oogsten en vissen te vangen). De jager-verzamelaars creëerden hier op actieve wijze het landschap.
50.000 jaar oud
Indrukwekkende constructies, zoals die van Gobekli Tepe, blijven echter een uitzondering.
Toch hebben we ook indirect bewijs dat mensen al zeker 50.000 jaar geleden, een behoorlijke graad van complexiteit hebben bereikt. Ongeveer 50.000 jaar geleden koloniseerden mensen immers Australië, en om dat te doen moet je een achttal zeestraten oversteken, waarvan de breedste zo’n 80 kilometer breed was. Een populatie op een nieuwe locatie in stand houden doe je minstens met enkele honderden individuen. De meest logische verklaring voor de kolonisering van Australië moeten dus dus meer complexe samenlevingen zijn geweest (die het aankonden om met zovelen de oversteek te wagen).
Die meer complexe samenlevingen maakten primitieve bootbouwers en een zekere zeevaartkunst mogelijk, waarmee ze Sahul (ofwel Australië en Nieuw Zeeland) konden bereiken.