De Hubble constante

Een van de wetenschappelijke rechtvaardigingen voor de bouw van de Hubble-ruimtetelescoop van NASA/ESA was het gebruik van zijn waarnemingsvermogen om een exacte waarde te verkrijgen voor de uitdijingssnelheid van het heelal.
Blogs van Jos Heesen
Mijn oorspronkelijke studierichtingen op de RU te Utrecht waren Wis- en Natuurkunde en als bijvak Sterrenkunde. Vandaar de interesse.
Een van de wetenschappelijke rechtvaardigingen voor de bouw van de Hubble-ruimtetelescoop van NASA/ESA was het gebruik van zijn waarnemingsvermogen om een exacte waarde te verkrijgen voor de uitdijingssnelheid van het heelal.
Een verre ster met een planetenstelsel van zes planeten die in ‘wiskundig perfecte’ banen bewegen, heeft een zoektocht naar mogelijke buitenaardse intelligentie aangewakkerd.
De zes planeten draaien in een harmonisch ritme rond hun centrale ster HD 110067, waarbij de planeten om de paar banen weer op één lijn liggen. Dit wordt resonantie genoemd.
Tot 1904 begreep iedereen het concept van tijd verkeerd. De boeddhisten dachten dat het cyclisch was, en de christenen geloofden dat het voorbestemd was. Ook de oude Indiërs dachten dat het cyclisch was.
Toen ik me, jaren geleden, verdiepte in de geschiedenis van de natuurwetenschappen, haalde ik de prestaties van Leibniz en Gauss steeds door elkaar. Elders op deze site ben ik al ingegaan op die van Leibniz. Hier haal ik Carl Friedrich Gauss voor het voetlicht.
Gottfried Wilhelm Leibniz (1646–1716), was een veelzijdige Duitse wiskundige, filosoof, logicus, natuurkundige, historicus, rechtsgeleerde en diplomaat. En daarmee waarschijnlijk de laatste Homo Universalis.
In een merkwaardige en mysterieuze passage schrijft Johannes in Openbaring 13: “Het beest had iedereen in zijn macht: machtige en gewone mensen, rijke en arme mensen, vrije mensen en slaven. Het dwong iedereen om een merkteken op zijn rechterhand of op zijn voorhoofd te dragen. Alleen mensen die dat merkteken hadden, konden iets kopen of verkopen. Het merkteken was de naam van het beest, of het getal dat zijn naam voorstelt. Dit is verstandig om te doen: reken het getal van het beest uit. Want met het getal wordt een mens bedoeld, en zijn getal is 666.”
Het enige wat de kwantummechanica beweert te verschaffen zijn waarschijnlijkheidsverbindingen tussen opeenvolgende indrukken (ook wel ‘appercepties’ genoemd) van het bewustzijn, en ook al kan de scheidslijn tussen de waarnemer, wiens bewustzijn wordt beïnvloed, en het waargenomen fysieke object worden verlegd naar het een of het ander, maar kan niet worden geëlimineerd. Dit doet denken aan de onzekerheidsrelatie van Heisenberg.
De uitvinding van cijfers is misschien wel de grootste abstractie die de menselijke geest ooit heeft gecreëerd. Vrijwel alles in ons leven is digitaal, numeriek of gekwantificeerd. Het verhaal over hoe en waar we deze cijfers kregen, waar we zo afhankelijk van zijn, is al duizenden jaren gehuld in mist.
Op de middelbare school waren voor mij bij natuurkunde de opdrachten met elektrische schakelingen altijd enorm lastig. Stroomsterkte, spanning en weerstand waren gerelateerd, maar ergens was dat voor mij niet goed te vatten. Ik ga nog eens terug naar de mannen die daar voor het eerst mee worstelden: Ampère, Volta en Ohm.
Ctesibius was waarschijnlijk de eerste ‘directeur’ van het Museum van Alexandrië.
Verder is er heel weinig bekend over zijn leven, maar zijn uitvindingen waren algemeen bekend.