Seneca is de auteur van talloze toneelstukken, morele essays, boeken over natuurlijke historie, satire en retoriek, maar Seneca wordt het best herinnerd als een stoïcijnse moraalfilosoof. Zijn vaak geciteerde filosofische geschriften maakten hem tot een favoriet van onder andere Francis Bacon, Montaigne, Erasmus, Pascal, Calvijn en Diderot.
Sterker nog, Seneca wordt vandaag de dag nog steeds zeer bewonderd en vaak geciteerd.
Na jaren van speculatie en bizarre samenzweringstheorieën, denken wetenschappers eindelijk de redenen te hebben gevonden waarom de complexe Maya-beschaving na duizenden jaren simpelweg verdwenen is.
Waarom zijn het juist Franse liederen die in mijn hoofd blijven zitten? Vandaag was het L’été Indien van Joe Dassin. Is het omdat ze mysterieus blijven omdat ik de tekst niet helemaal kan volgen?
Ik denk we dat dat een van de oorzaken is. Afijn hier is de tekst en de vertaling:
De ontwikkeling van schaken in de middeleeuwen speelde een belangrijke rol bij het vormgeven van het spel zoals we dat we vandaag kennen. Die vormgeving ontstond tijdens de vroege middeleeuwen en onderging in de loop van de eeuwen verschillende opmerkelijke veranderingen.
Het verlies van ’s werelds grootste kennisarchief, de Bibliotheek van Alexandrië, wordt al eeuwenlang betreurd. Maar hoe en waarom ze verloren is gegaan, is nog steeds een mysterie. Het mysterie bestaat niet door een gebrek aan verdachten, maar door teveel verdachten.
Met een brief aan de redacteur van Nature – een vooraanstaand internationaal wetenschappelijk tijdschrift – beschreef natuurkundige Lise Meitner, met de hulp van haar jonge neef Otto Frisch, een fysieke verklaring van hoe kernsplitsing zou kunnen gebeuren.
Niet-ontplofte atoombommen liggen nog steeds voor de Amerikaanse kusten, ingebed in moerassen of op de zeebodem.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van Amerika’s 32, officieel erkende “Broken Arrows” – de terminologie van het Pentagon voor de onbedoelde lanceringen, ontploffingen, diefstallen of verliezen van Amerikaanse kernwapens.
Het gedicht “For whom the bell tolls” waar ik onlangs opstuitte, is van de Engelse dichter John Donne (1572 – 1631) en was oorspronkelijk proza in zijn Devotions Upon Emergent Occasions, Meditation XVII.